Bericht 5
De route van Lodwar naar Moroto in Uganda was weer eens echt ouderwets Afrikaans. Na 10 km hield het asfalt op en dat kwam voor Moroto in Uganda, 130 km verderop niet meer terug. Er liepen diverse autosporen door een zandige vlakte met verspreid staande acacia boompjes.
Na enige uren kwam ik langs een shoppingcenter waar ik zowaar een lauwe priklimonade kon kopen.
De derde dag van deze doorsteek was weer zo’n dag waar een mens geweldig van kan genieten, althans na afloop. Tijdens het moeizaam en langdurig omhoog duwen van mijn eigenlijk veel te zwaar beladen fiets over een onmogelijk steile gravelweg, die in een paar slingers dwars over een bergketen voerde, kwam het niet bij me op om te gaan genieten. Er moest geduwd, getrokken en gehesen worden, anders zou ik nooit over die top komen. Over de 24,7 km van deze etappe, waar geen einde aan leek te komen, deed ik de hele dag. Ik hoopte onderweg een paar kinderen te ontmoeten, die ik voor een paar Keniaanse shillingen de fiets omhoog kon laten……
Foei Frank! Geen kinderarbeid toch! Zeker niet in Afrika!
Ja, maar anders lopen ze toch maar achter me ‘Mzungu, Mzungu’ (Witman, Witman) te roepen. Een beetje duwen zou best wel goed voor ze zijn. En dan hadden ze daar ’s avonds thuis over kunnen opscheppen. Herinneringen voor het leven! Veel later zouden ze, als grijsaards, hun achter, achter, achterkleinkinderen kunnen vertellen over die rare mzungu die zwetend en steunend bezig was een fiets….., ja een fiets, je hoort het goed!!, over die berg daar in de verte heen te hijsen!!
Maar helaas…. deze dag waren er geen mzungu-roepers langs de weg, dus die achter, achter, achterkleinkinderen zullen het te zijner tijd zonder mooie verhalen over een rare witman met een fiets moeten stellen. En ik moest het hier zonder onderbetaalde slaven doen, alles helemaal alleen! Zo hard kan het leven van een eenzame fietser zijn! Zo hard was het leven die dag van deze eenzame fietser, die op dit traject geen meter kon fietsen.
De volgende dag was een makkie: 20 km licht op en neer, en zelfs meer neer dan op, naar Moroto. Daar moest ik bij het immigratiebureau het entré stempel voor Uganda halen, iets wat zonder enig probleem ging. Hier vroeg de beambte niet: ‘Wat heeft u voor me meegebracht?’ of ‘Heeft u een petit cadeau?’ wat ik bij grensposten herhaaldelijk heb meegemaakt. Dat heeft soms ook, maar niet zo vaak, zijn charme.
Van het immigratiekantoor reed ik naar het Kara Tunga guesthouse van Theo Vos, een Nederlander die toeristische fietstochten en wandelingen in het noordoosten van Uganda organiseert. Daar ontmoette ik twee Nederlandse fiets collega’s, die ook met een fietsreis van een maand of twee door Uganda bezig waren.
Na twee dagen rust gingen Marc en Fred weer verder met hun reis en ik ook. We reden 30 km met z’n drieën, waarna Marc en Fred afsloegen naar het westen, richting Gulu. Ikzelf vervolgde mijn reis in noordelijke richting door het gebied van de Karamoja’s. Dat stond tot nog niet zo lang geleden te boek als een gevaarlijk gebied. De Karamoja’s waren beruchte veedieven. Ze stalen vee van elkaar, niet alleen om op een goedkope manier aan koeien te komen, maar ook omdat je daar aanzien mee verwierf. Hoe meer vee een man had gestolen, hoe belangrijker hij was. Het verhaal gaat, dat een man die nooit een koe had gestolen geen knip voor zijn neus waard was en het wel kon vergeten om ooit een vrouw te vinden. De laatste jaren is de veiligheid in dit gebied flink toegenomen en wordt het als veilig gezien. Voor mij was het nog eens extra veilig want ik heb nog nooit een koe, een schaap, een geit of een kameel gestolen. Zelfs geen kat! Het idee geen knip voor mijn neus waard te zijn gaf me op de verlaten wegen naar het hoge noorden van Uganda dan ook een rustig gevoel.
Over dat hoge noorden zal ik het in bericht 6 hebben.
En dan nog een laatste mededeling bij dit bericht: 23, 24 en 25 februari wordt in de Jaarbeurs in Utrecht de jaarlijkse Fiets en Wandelbeurs gehouden. Ik ga daar speciaal voor terugkomen en zal daar op alle drie de dagen een lezing houden over mijn meest recente reis door Zuid Amerika: Chili, Argentinië en Uruguay. Tevens zal ik dan de geheel herziene versie van mijn boek ‘De magische vijfduizendmetergrens’, een avontuurlijke fietsreis door Zuid-Amerika, bij me hebben, nu zelfs geheel in kleur.
Hopelijk tot op de beurs en in ieder geval tot bericht 6.