HERINNERINGEN UIT EEN GRIJS VERLEDEN

Bericht 5

Ik was gebleven in de Gorges du Tarn. Weten we het nog? Ik begin met een plaat ter opfrissing van het geheugen voor het geval u het even kwijt bent. Het is wel een andere foto dan die uit bericht 4, want we houden niet van dubbele afbeeldingen, maar de soort rotsen zullen ongetwijfeld herkenbaar zijn.

Foto 1: Gorges du Tarn.

Vanaf die grote kloof vervolgde ik mijn tocht naar het plaatsje Nant, voor mij terra cognita en ook voor de trouwe volgers van mijn verhalen aangezien ik daar wel eens eerder over geschreven heb.

Foto 2: Het plaatsnaambord zit op zijn kop en dat hebben de boeren uit protest gedaan tegen boer-onvriendelijke maatregelen van de regering, net zoals sommige boeren bij ons de Nederlandse vlag ondersteboven hangen.
Foto 3: Als je de foto omdraait staat het bord goed, maar de wereld op z’n kop. Een aardige bijkomstigheid is dat je dan plotseling op een andere weg zit.
Foto 4: Vijftien kilometer ten zuiden van Nant ligt het middeleeuwse, ommuurde plaatsje La Couvertoirade, waar ik ook al eens (uiteraard met u ‘achterop’) ben geweest. Hier de toegangspoort met toren van deze schilderachtige plek.
Foto 5: Ik sjorde mijn fiets over de oeroude hobbelstenen van het dorpje naar de monumentale trap die naar de kerk leidt. Daar ging ik, eerlijk gezegd, wel een beetje opdringerig, met de Santos voor staan, nadat ik een andere toerist mijn fototoestel in de hand had gedrukt, uiteraard met nauwkeurige instructie hoe ik de foto wilde hebben, want sommige mensen snijden je benen er af en anderen, als je niet oppast, zelfs je hoofd.
Foto 6: Een eindje buiten La Couvertoirade beklom ik een heuvel waar een oude windmolen staat. Hoewel het plaatsje nogal toeristisch is, was hier geen mens te zien. ‘Te warm om helemaal naar die heuvel te klimmen’, was de algemene misvatting. En dat, terwijl het zulk lekker weer was.
Foto 7: Voor de molenliefhebbers een extra foto van dichtbij.
Foto 8: In Le Caylar, nog eens 8 km naar het zuiden, zijn boeren ook aan het sleutelen geweest aan het plaatsnaambordje. Als je híer de wereld op z’n kop zet blijf je merkwaardigerwijs toch op dezelfde weg.
Foto 9: De rots bij de ruïne van het kasteel van Le Caylar.

In Le Caylar wordt jaarlijks een fietsreizigersfestival gehouden en toevallig was dat juist aan de gang toen ik er aankwam.

Foto 10: Een fietspiramide op het plein van Le Caylar ter gelegenheid van het festival.
Foto 11: Er waren de meest merkwaardige fietscreaties te bewonderen. Op het plaatje zien we een gestroomlijnde ligfiets die rijdt op zonne-energie.
Foto 12: En hier een Willy Wortel-achtige uitvinding, ook op zonne-energie, die een woonwagen moet trekken. Te oordelen naar de snelheid waarmee hij een demonstratie-ritje door de straten van Le Caylar maakte, was hij door de zon, hoewel het mooi weer bij 35 graden Celcius was, letterlijk en figuurlijk niet vooruit te branden. Maar misschien laait hij in de Sahara, als het zonnetje zijn best doet, van de trekkracht.
Foto 13: Samen met Hubert, de organisator van het festival, voor een, door hem zelf vervaardigde papieren globe. Hubert is gefascineerd door Globes, kaarten en atlassen en dat ben ik ook een beetje.

Nog verder naar het zuiden ligt het meer van Salagou. Daar kun je in zwemmen, op zeilen en allerlei andere ‘waterdingen’ doen, wat veel mensen leuk vinden. Aan de zuidkant daarvan ligt de Cirque de Mourèze, een interessant rotsachtig gebied, waar je mooie wandelingen kunt maken en dat verkoos ik boven geplons en gespetter in het meer.

Foto 14: De Cirque de Mourèze, een rotsformatie in de vorm van een circus, waar ik een wandeling maakte.
Foto 15: Een tot de verbeelding sprekende paddenstoelvormige rots in de Cirque de Mourèze.
Foto 16: En nog een. Het kan daar niet op.

De camping bij Celles aan de westkant van het meer, waar ik gepland had om de nacht door te brengen was afgrijselijk: tot de laatste vierkante meter volgestouwd met campers, caravans en tenten en het krioelde er van de toeristen. Om de feestvreugde tot peilloze hoogte op te vijzelen had men er een podium opgericht vol met elektronische apparatuur en luidsprekers. De camping was ‘complet’, oftewel vol. Logisch met zoveel ‘vermaak’. Er was echter geen plek meer, zelfs niet voor een fietser met een tentje. Dat vond ik overigens niet erg, in tegendeel, ik wilde hier zo snel en zo ver mogelijk vandaan. Weg van deze ‘gezellige’ camping, waar het gonsde van de feestelijkheid. Dat werd die avond dus wildkamperen: gratis en belangrijker nog: rustig.

Foto 17: Villemur sur Tarn, een mooi plaatsje aan de Tarn, waar ik een paar dagen later door kwam.
Foto 18: In dit chateau in Villemur bevindt zich een museumpje: ‘Uit de oude tijd’. Er was een klaslokaal uit de jaren vijftig, dat mijn bijzondere interesse had, want in precies zo’n lokaaltje op precies zo’n dorpsschooltje heb ik als jong ventje aan precies zo’n bankje gezeten. De inktpotjes, de griffeldozen, de leien om op te schrijven, de kaarten en platen aan de muren en de hele sfeer bracht mij terug naar de jaren vijftig. Zelfs de strenge juffrouw maakte die sprong van ruin zes decennia. Ik was waarschijnlijk een lastige donder want eens vond de juffrouw het nodig om me in de bank vast te binden. Ik kon me natuurlijk zo lostrekken, want die knoop leek nergens op, maar dat mocht niet.
Foto 19: De strenge juffrouw, klaar om een maatlat van 30 cm te pakken en er bovenop te slaan. Tegenwoordig zou zo’n tante de bons krijgen, maar het waren andere tijden.
Foto 20: Op zo’n soort klassefoto sta ik ook nog ergens afgebeeld. Dat was dan Ecole de Thomery 1956, maar verder was alles precies gelijk, de juf misschien iets minder erg dan deze, maar je moest niet te veel liggen te donderjagen.
Foto 21: Tinnen soldaatjes onder een vitrine. Zulke soldaatjes had ik ook. Ik begin waarachtig te schrikken van die herinneringen. Ben ik al zo oud?? Nee, toch! Ik fiets nog flitsend door Frankrijk. Maar de tijd gaat wel snel. Straks zetten ze ook mij nog in een museum! Dit museum was voor mij een sprong in de tijd.

En nu we het toch over een sprong in de tijd hebben: Ook dit bericht nummer 5 is een sprong in de tijd, of eigenlijk een sprongetje, want het was 1 Augustus toen ik dat museumpje bezocht. Voor de duidelijkheid: 1 Augustus 2024, dus dit jaar. Toch nog wel een sprongetje van bijna twee maanden! Zoals gewoonlijk sukkel ik met mijn berichtgeving een flink stuk achter de werkelijkheid aan en dat komt ook omdat die tijd zo snel gaat. Ik ben ondertussen weer thuis (in Nederland in 2024, voor de duidelijkheid), maar voor u, lezer, loop ik dus nog in dat klaslokaaltje, maar dan wel in 2024 en als bezoeker en niet in 1956 als scholier.

Maar wees gerust: de rest van deze reis volgt nog in bericht 6. En als ik daarin niet klaar kom, volgt er ook nog bericht 7 en als dat nodig mocht blijken, ook bericht 8. Ik kijk er net zo naar uit als u!