Ik was gebleven in de Gorges du Tarn. Weten we het nog? Ik begin met een plaat ter opfrissing van het geheugen voor het geval u het even kwijt bent. Het is wel een andere foto dan die uit bericht 4, want we houden niet van dubbele afbeeldingen, maar de soort rotsen zullen ongetwijfeld herkenbaar zijn.
Vanaf die grote kloof vervolgde ik mijn tocht naar het plaatsje Nant, voor mij terra cognita en ook voor de trouwe volgers van mijn verhalen aangezien ik daar wel eens eerder over geschreven heb.
In Le Caylar wordt jaarlijks een fietsreizigersfestival gehouden en toevallig was dat juist aan de gang toen ik er aankwam.
Nog verder naar het zuiden ligt het meer van Salagou. Daar kun je in zwemmen, op zeilen en allerlei andere ‘waterdingen’ doen, wat veel mensen leuk vinden. Aan de zuidkant daarvan ligt de Cirque de Mourèze, een interessant rotsachtig gebied, waar je mooie wandelingen kunt maken en dat verkoos ik boven geplons en gespetter in het meer.
De camping bij Celles aan de westkant van het meer, waar ik gepland had om de nacht door te brengen was afgrijselijk: tot de laatste vierkante meter volgestouwd met campers, caravans en tenten en het krioelde er van de toeristen. Om de feestvreugde tot peilloze hoogte op te vijzelen had men er een podium opgericht vol met elektronische apparatuur en luidsprekers. De camping was ‘complet’, oftewel vol. Logisch met zoveel ‘vermaak’. Er was echter geen plek meer, zelfs niet voor een fietser met een tentje. Dat vond ik overigens niet erg, in tegendeel, ik wilde hier zo snel en zo ver mogelijk vandaan. Weg van deze ‘gezellige’ camping, waar het gonsde van de feestelijkheid. Dat werd die avond dus wildkamperen: gratis en belangrijker nog: rustig.
En nu we het toch over een sprong in de tijd hebben: Ook dit bericht nummer 5 is een sprong in de tijd, of eigenlijk een sprongetje, want het was 1 Augustus toen ik dat museumpje bezocht. Voor de duidelijkheid: 1 Augustus 2024, dus dit jaar. Toch nog wel een sprongetje van bijna twee maanden! Zoals gewoonlijk sukkel ik met mijn berichtgeving een flink stuk achter de werkelijkheid aan en dat komt ook omdat die tijd zo snel gaat. Ik ben ondertussen weer thuis (in Nederland in 2024, voor de duidelijkheid), maar voor u, lezer, loop ik dus nog in dat klaslokaaltje, maar dan wel in 2024 en als bezoeker en niet in 1956 als scholier.
Maar wees gerust: de rest van deze reis volgt nog in bericht 6. En als ik daarin niet klaar kom, volgt er ook nog bericht 7 en als dat nodig mocht blijken, ook bericht 8. Ik kijk er net zo naar uit als u!