TERUG OP DE FIETS NA 18 JAAR.

Bericht 3.

Van Moncontour, waar ik de vorige keer door een lege batterij was blijven steken, was het 56 km naar Bringolo.  Dat ging makkelijk met een lege batterij want tijdens het fietsen maakt het niet uit of de batterij leeg is, althans als het de batterij van de telefoon is. 

In Bringolo, iets ten westen van de stad St.Brieuc, ging ik op bezoek bij Alain Guigny, een Franse fietser die ik 45 jaar geleden heb ontmoet in Algeciras in Zuid Spanje. Hij kwam toen juist aan met de boot uit Tanger en vertelde dat hij 3 jaar onderweg was geweest met zijn fiets: een wereldreis door Azië, Afrika, Zuid- en Noord Amerika en weer Afrika. Die verhalen maakten grote indruk op mij, toen nog electro-studentje uit Delft.

“Dat wil ik ook”, dacht ik, “niet 3 jaar zoals Alain, maar wel èèn jaar.” 

En zie hier hoe zo’n ogenschijnlijk onbeduidende ontmoeting de koers van een mensenleven kan verleggen. Sinds die ontmoeting fiets ik nu, weliswaar met korte onderbrekingen, al 44 jaar rond over de wereld. 

Jonge fietsreisenthousiasten opgepast met deze blog en mijn boeken! Voor je het goed en wel weet zit je, net als ik, op een zijspoor.

Foto 1: Alain Guigny met het frame van de fiets waarmee hij in 1978 aankwam in Algeciras, na zijn wereldreis van 3 jaar.

Alain maakte korte tijd later een tweede wereldreis op de fiets, samen met Babeth, zijn vrouw.

Foto 2: Alain met zijn vrouw Babeth, samen met hun fietsen, althans wat daar nog van over is 

Daarna was het gedaan met hun fietsreizen. Ze kregen twee zonen en hebben ondertussen vier kleinkinderen. En ze wonen in een mooi huis op een prachtige plek met een fraaie tuin. Maar in die dingen is veel tijd en energie gaan zitten. Zoiets zet mij wel eens tot denken: misschien had ik ook wel zo’n mooi huis met tuin in Frankrijk kunnen hebben als ik niet die ontzettende hoeveelheid energie die ik had, weg had getrapt op al mijn reizen.

Maar een mens moet niet te veel denken….denk ik. Of wel?

“Morgen gaan we naar de kust, hier 20 km vandaan”, kondigde Alain aan, die al een programma klaar had. “Niet op de fiets!” voegde hij er aan toe. 

“Lopend?” vroeg ik.

“Nee, met de auto.”

Dat was natuurlijk een schok om te horen uit de mond van zo’n globetrotter op de fiets.

Ondanks die auto werd het een mooie tocht.

Foto 3: De Bretonse kust dicht bij Pordic waar Alain zijn jeugd heeft doorgebracht.
Foto 4: Nog een gezicht op de Bretonse kust.

De dag daarna gingen we naar Binic, iets verderop ook aan de kust, waar Babeth geboren en getogen is. 

Foto 5: De plezierhaven van Binic. Of het een plezier is om zo’n ‘bootje’ te bezitten, hangt een beetje af van je financiële toestand.

Toen Alain en Babeth ’s middags een siësta hielden, maakte ik een tochtje zonder bagage naar Kermaria waar een mooi oud kerkje staat.

Foto 6: Het kerkje van Kermaria.
Foto 7: Aan beide zijden van de ingang van het kerkje zag ik prachtige houten beelden van de twaalf apostelen.
Foto 8: Het werkelijk bijzondere van dit kerkje zijn de fresco’s aan de binnenwanden, die de Danse Macabre uitbeelden, de dans van de skeletten. Er zijn maar een paar kerken met fresco’s over dit onderwerp.

Bij mijn vertrek uit Bringolo wilde Alain, die in geen 18 jaar een fiets had aangeraakt, me een stukje uitgeleide doen. Daartoe moest hij eerst zijn oude fiets weer van een zadel voorzien en de banden oppompen. Tot ons beider verbazing bleven de banden hard hoewel de wangen wel kraakscheurtjes vertoonden.

“Hopelijk houden die banden het nog 100 km,” merkte ik op, “50 heen en 50 terug.”

“Je bedoelt 12 km”, verbeterde Alain me, “6 heen naar Goudelin en 6 terug naar huis.”

Foto 9: Alain met zijn oude opgepepte fiets voor het bordje van Goudelin, 6 km bij zijn huis vandaan.
Foto 10: Alain en ik op het kruispunt in Goudelin. Zou dit de kiem zijn van zijn derde wereldreis?

We schudden elkaar de hand, Alain keerde terug naar Babeth en ik vervolgde, als een poor lonesome cowboy, mijn weg naar Louannec, verder naar het westen waar ik de beroemde roze graniet rotsen ging bekijken.

Mijn batterij is nog niet leeg (59%) maar ik zet er nu toch een punt achter want het is 8 uur in de avond en dus wordt het tijd voor mijn diner: een blik doperwten, een tomaat en een appel.

De volgende keer ga ik het hebben over die roze graniet rotsen. Tot dan.