ZAND, STENEN, EEN ERG STEILE WEG EN NOG VEEL MEER…. 

Bericht 5

De route van Lodwar naar Moroto in Uganda was weer eens echt ouderwets Afrikaans. Na 10 km hield het asfalt op en dat kwam voor Moroto in Uganda, 130 km verderop niet meer terug. Er liepen diverse autosporen door een zandige vlakte met verspreid staande acacia boompjes.

Foto 1: Een zandig spoor tussen verspreid staande boompjes, waaronder vele acacias.

Na enige uren kwam ik langs een shoppingcenter waar ik zowaar een lauwe priklimonade kon kopen.

Foto 2: Veel belangstelling voor mijn fiets, want zo’n fraai exemplaar hadden ze bij dit shoppingcenter nog nooit gezien.
Foto 3: Sommige lastige mulle stukken op het traject naar Moroto in Uganda. 
Foto 4: Passage door een brede, droogstaande rivierbedding. 
Foto 5: Opgedroogde modder in de rivierbedding. Je zou het zo als een kunstwerk aan de muur kunnen hangen.
Foto 6: Hier klom ik een droge rivierbedding uit, waardoor ik weer stevige grond onder de wielen kreeg. Het was wel een erg stenige stevige ondergrond. 
Foto 7: En zo stenig werd het de hele volgende dag: gebonk over een erg ruwe weg, maar met mooie bergen in het rond.
Foto 8: Een enorme vulkanische pilaar.
Foto 9: Ik werd op dit traject weinig gehinderd door verkeer. Om precies te zijn: er was helemaal geen verkeer, afgezien van wat geiten en een man op een verroeste fiets. 
Foto 10: ’s Avonds kon ik mijn tent opzetten naast een woning, meer een hut, in het dorpje Lorogumu.

De derde dag van deze doorsteek was weer zo’n dag waar een mens geweldig van kan genieten, althans na afloop. Tijdens het moeizaam en langdurig omhoog duwen van mijn eigenlijk veel te zwaar beladen fiets over een onmogelijk steile gravelweg, die in een paar slingers dwars over een bergketen voerde, kwam het niet bij me op om te gaan genieten. Er moest geduwd, getrokken en gehesen worden, anders zou ik nooit over die top komen. Over de 24,7 km van deze etappe, waar geen einde aan leek te komen, deed ik de hele dag. Ik hoopte onderweg een paar kinderen te ontmoeten, die ik voor een paar Keniaanse shillingen de fiets omhoog kon laten…… 

Foei Frank! Geen kinderarbeid toch! Zeker niet in Afrika! 

Ja, maar anders lopen ze toch maar achter me ‘Mzungu, Mzungu’ (Witman, Witman) te roepen. Een beetje duwen zou best wel goed voor ze zijn. En dan hadden ze daar ’s avonds thuis over kunnen opscheppen. Herinneringen voor het leven! Veel later zouden ze, als grijsaards, hun achter, achter, achterkleinkinderen kunnen vertellen over die rare mzungu die zwetend en steunend bezig was een fiets….., ja een fiets, je hoort het goed!!, over die berg daar in de verte heen te hijsen!!

Maar helaas…. deze dag waren er geen mzungu-roepers langs de weg, dus die achter, achter, achterkleinkinderen zullen het te zijner tijd zonder mooie verhalen over een rare witman met een fiets moeten stellen. En ik moest het hier zonder onderbetaalde slaven doen, alles helemaal alleen! Zo hard kan het leven van een eenzame fietser zijn! Zo hard was het leven die dag van deze eenzame fietser, die op dit traject geen meter kon fietsen. 

Foto 11: De bergketen waar ik over moest. Daar boven (van hieruit gezien) was ik er natuurlijk nog lang niet. Elke keer als ik dacht op de pas te zijn, ging het voorbij een bocht of de ogenschijnlijke top gewoon weer steil verder omhoog. Je ziet het er op dit plaatje niet aan af dat de weg adembenemend steil is, maar geloof me maar. En ga er anders zelf rijden met een volbeladen fiets. Ik was die avond gekraakt toen ik mijn tentje opzette bij de Ugandese grenspost, 20 km voor Moroto. 
Foto 12: Echt als fijn ervoer ik het wegdek op deze klim ook al niet. Maar toch was dit eigenlijk wel Afrika op zijn best, hoewel ik me dat later pas echt realiseerde, eigenlijk pas nu ik dit op mijn compacte telefoon met één vinger aan het typen ben. Dat is een werkje, ongeveer net zo moeizaam als het getob met die fiets omhoog tegen die killer-helling op.

De volgende dag was een makkie: 20 km licht op en neer, en zelfs meer neer dan op, naar Moroto. Daar moest ik bij het immigratiebureau het entré stempel voor Uganda halen, iets wat zonder enig probleem ging. Hier vroeg de beambte niet: ‘Wat heeft u voor me meegebracht?’ of ‘Heeft u een petit cadeau?’ wat ik bij grensposten herhaaldelijk heb meegemaakt. Dat heeft soms ook, maar niet zo vaak, zijn charme. 

Van het immigratiekantoor reed ik naar het Kara Tunga guesthouse van Theo Vos, een Nederlander die toeristische fietstochten en wandelingen in het noordoosten van Uganda organiseert. Daar ontmoette ik twee Nederlandse fiets collega’s, die ook met een fietsreis van een maand of twee door Uganda bezig waren. 

Foto 13: Voor het guesthouse Kara Tunga van Theo Vos. Van links naar rechts: Marc, Fred, ikzelf en Theo.

Na twee dagen rust gingen Marc en Fred weer verder met hun reis en ik ook. We reden 30 km met z’n drieën, waarna Marc en Fred afsloegen naar het westen, richting Gulu. Ikzelf vervolgde mijn reis in noordelijke richting door het gebied van de Karamoja’s. Dat stond tot nog niet zo lang geleden te boek als een gevaarlijk gebied. De Karamoja’s waren beruchte veedieven. Ze stalen vee van elkaar, niet alleen om op een goedkope manier aan koeien te komen, maar ook omdat je daar aanzien mee verwierf. Hoe meer vee een man had gestolen, hoe belangrijker hij was. Het verhaal gaat, dat een man die nooit een koe had gestolen geen knip voor zijn neus waard was en het wel kon vergeten om ooit een vrouw te vinden. De laatste jaren is de veiligheid in dit gebied flink toegenomen en wordt het als veilig gezien. Voor mij was het nog eens extra veilig want ik heb nog nooit een koe, een schaap, een geit of een kameel gestolen. Zelfs geen kat! Het idee geen knip voor mijn neus waard te zijn gaf me op de verlaten wegen naar het hoge noorden van Uganda dan ook een rustig gevoel. 

Over dat hoge noorden zal ik het in bericht 6 hebben.

Foto 14: Nog een mooi Sahel-achtig plaatje van het land van de Karamoja’s als lekkermakertje voor bericht 6.

En dan nog een laatste mededeling bij dit bericht: 23, 24 en 25 februari wordt in de Jaarbeurs in Utrecht de jaarlijkse Fiets en Wandelbeurs gehouden. Ik ga daar speciaal voor terugkomen en zal daar op alle drie de dagen een lezing houden over mijn meest recente reis door Zuid Amerika: Chili, Argentinië en Uruguay. Tevens zal ik dan de geheel herziene versie van mijn boek ‘De magische vijfduizendmetergrens’, een avontuurlijke fietsreis door Zuid-Amerika, bij me hebben, nu zelfs geheel in kleur.

Foto 15: De voorkaft van de nu geheel in kleur te verschijnen herdruk van mijn boek ‘De magische vijfduizendmetergrens.’ Verschijningsdatum: 23 februari, dus precies de eerste beursdag.

Hopelijk tot op de beurs en in ieder geval tot bericht 6.