Bericht 1.
Gisteren was ik in Nant, een plaatsje in het Franse departement Aveyron, dat niet verward moet worden met de grote stad Nantes dicht voor de monding van de Loire.
Behalve dat Nant in een prachtig gebied ligt waar de ‘causses’ (golvende droge hoogvlaktes) doorsneden worden door spectaculaire ‘gorges’ (kloven), is er nog iets anders te zien dat een omweg daarheen rechtvaardigt. In de hal van de mairie (gemeentehuis) staat namelijk het enige standbeeld in Frankrijk van Lodewijk de Zestiende dat nog over is gebleven na de revolutie van 1789. (Ik hoorde echter van iemand dat er nog ergens anders in Frankrijk een standbeeld staat van deze trieste koning die zijn leven eindigde onder de guillotine. Het is aan de ondernemende lezer van dit bericht om uit te zoeken waar dat staat.)
De geschiedenis van het standbeeld in Nant, waarvan het hoofd ontbreekt, is nogal bizar. Het werd in 1811, dus 22 jaar na de revolutie, in opdracht en op kosten van Pierre d’Icher de Villefort gemaakt. Deze fervente royalist liet het in de tuin van zijn huis in Nant plaatsen en vierde met een groep andere royalisten een flink inauguratie feest voor het beeld.
Natuurlijk was er iemand die hier niet content mee was en via via kwam het Napoleon zelf ter oren. Zoals we weten was deze staatsman nogal egocentrisch ingesteld en fors van daden. Resultaat: de Villefort in de gevangenis en het beeld onthoofd.
Nadat Napoleon er in Rusland een puinhoop van had gemaakt, kwam de Villefort weer vrij. Die snelde terug naar Nant, haalde het hoofd van Lodewijk tussen de struiken vandaan en lijmde het weer op de rest van het beeld. Lodewijk in ere hersteld. De Villefort schonk het beeld aan Nant waar het op de Place du Claux werd geplaatst.
Napoleon zat ondertussen niet stil, liet zich van zijn verbanningseiland naar de Franse kust roeien, werd daar opgewacht door de koninklijke garde om hem weer te arresteren, maar riep toen hij voet op het strand van Juan les Pins zette uit: “Hier is jullie keizer! Wie volgt me?” En de hele garde volgde hem. En zo trok hij overal onderweg zegevierend via Grenoble naar Parijs, waar hij meteen weer de grote chef was.
Dat was natuurlijk niet leuk voor de Villefort, die meteen opnieuw werd opgesloten, maar die door Napoleon’s grote debacle bij Waterloo weer snel vrij kwam.
Lodewijk de Achttiende liet op 21 januari 1815 het beeld weer inaugureren op de Place du Claux, die meteen werd omgedoopt in Place Louis XVI.
Een lang leven was deze koninklijke situatie niet beschoren. In 1830 was het weer tijd voor een revolutie en meteen werd het beeld van zijn sokkel gehaald en voor de tweede keer gedecapiteerd, waarna het hoofd in de rivier de Dourbie werd gegooid en nooit meer werd teruggevonden .
De Villefort was echter een doorzetter, liet de resten van het beeld naar zijn tuin brengen, plakte het daar zo goed mogelijk weer in elkaar, liet een nieuw hoofd maken en liet dat op het beeld zetten. Uit respect voor zijn leeftijd en zijn verdiensten als schrijver liet Napoleon III de Villefort en zijn beeld met rust. De Villefort stierf in 1855 in grote armoede, zoals dat een schrijver kan gebeuren. Hij was toen 88 jaar oud en tot zijn laatste ademtocht een vurige royalist.
Maar we zijn er nog niet met Lodewijk de Zestiende, want in 1989 werd het beeld dat nog steeds eenzaam in de tuin van de Villefort zaliger stond, voor de derde maal van zijn hoofd ontdaan. De dader is nog steeds spoorloos en het hoofd ook. Misschien was die dader wel een even grote royalist als de Villefort en staat er ergens in een huis in Frankrijk het stenen hoofd van Lodewijk de Zestiende op de schoorsteen of op een gouden schaal in een pronkkast. Of misschien duikt het ooit op bij een kunstveiling in New York, Tokyo of Amsterdam.
In 2001 kocht de gemeente Nant het beeld en plaatste het zonder hoofd in de hal van het gemeentehuis van Nant.
En daar zag ik het gisteren.
Op de terugweg naar le Caylar, waar ik bij vrienden logeerde, bezocht ik het mooie middeleeuwse stadje la Couvertoirade.
Mijn gastheer in Le Caylar was Hubert Martin. Hij is president, niet van de Franse Republiek, maar van het ‘Festival du Roc’. Dat ‘Roc’ heeft niets te maken met Rockmuziek, maar met de flinke rotspartij die boven le Caylar uitsteekt.
Elk jaar, behalve uiteraard dit coronajaar, organiseert Hubert dit festival, dat plaatsvindt in Le Caylar en dat van heel Frankrijk en ook van daar buiten, belangstellenden trekt, voornamelijk fiets reizigers, om hun verhalen al of niet met foto’s te vertellen, muziek te maken (maar geen rock), sketches op te voeren of gewoon om over van alles te praten wat met fietsreizen te maken heeft. Dit festival geniet al nationale bekendheid (en met dit bericht dus ook al een beetje internationale bekendheid!).
Dit jaar dus geen festival, maar bijna elke dag komen er fietsers op trektocht bij hem langs.
Met Hubert maakte ik een tochtje naar de Cirque de Navacelles, niet zo heel ver bij hem vandaan.
Het is een opgedroogde meander in de rivier de Vis, die de canyon uitgesleten heeft.
Ik heb ondertussen le Caylar verlaten om mijn reis te vervolgen, maar daarover de volgende keer.
Mooi verhaal weer.