Bericht 2
Ik besloot mijn vorige bericht (nr. 1) met de vraag wat het bijzondere is van foto 10. Hier nogmaals foto 10:
Het bijzondere is niet dat er een Santos fiets op deze foto staat, hoewel sommige fietsreizigers dat misschien toch wel heel bijzonder zullen vinden. Anderen vinden het eerder vanzelfsprekend dat als je een lange fietsreis maakt, je dat op een Santos doet. Nee, het bijzondere is dat de bloemen naar de waarnemer (fotograaf) kijken terwijl de zon achter de bloemen staat. Zie de schaduw van de fiets. We hebben vroeger geleerd (ik althans en velen met mij) dat zonnebloemen zo heten omdat ze altijd naar de zon kijken. Ikzelf heb dat nooit zo erg geloofd want dan zouden ze op een mooie dag de hele tijd meedraaien van oost naar west om op het moment van zonsondergang door hun veerkracht 180 graden terug te zwiepen, klaar om de eerste zonnestralen van de volgende dag op te vangen en hun draai te hervatten. Terecht dus dat er lezers zijn die deze foto daarom helemaal niet bijzonder vinden. Maar toch is er iets bijzonders met deze foto en met zonnebloemen in het algemeen. En dat is dat ze allemaal dezelfde kant op kijken. Dat heb ik altijd wel heel merkwaardig gevonden. Honderd meter verderop lag weer een groot veld vol met zonnebloemen en die keken allemaal naar de zon. Daar heb ik de rest van de rustdag waarop ik dit ritje maakte over nagedacht zonder er uit te komen. En dat maakte deze rustdag toch wat minder rustig dan hij had kunnen zijn. Zouden zonnebloemzaadjes een voorkeursrichting hebben en door de zonnebloemboer één voor één in dezelfde richting in de grond gestopt worden? Maar dan zou zonnebloemolie vast en zeker duurder zijn dan olijfolie. Wie geeft de oplossing van dit grote mysterie?
En nu naar het Festival de Cyclotourisme. (Fietsreizigersfestival). Ik kwam op tijd aan in Le Caylar en had zelfs nog een dag over om op de computer van Hubert, de organisator van het festival, even naar de 101 foto’s te kijken die ik op een USB-STICK had staan om mijn verhaal te illustreren. Bij nader inzien waren het er te veel om er in 50 minuten door te jassen. (Mijn lezing heette: ’50 ans de voyage en velo en 50 minutes’ ( ’50 jaar reizen per fiets in 50 minuten’). Aanvankelijk, voor mijn vertrek uit Nederland, had ik voor deze lezing 1000 foto’s uitgezocht, toch al een enorme beperking als je het over 125 landen en 50 jaar reizen op de fiets wilt hebben. Maar 1000 foto’s in 50 minuten betekent 3 seconden per foto, wat tegenwoordig voor de meeste jongeren ‘een lekker tempootje’ is om foto’s te bekijken, maar wat voor de meeste bezoekers toch te hoog gegrepen zou zijn. Dus reduceerde ik met strenge hand het aantal van 1000 tot 101. Maar dat bleken er mij dus bij nader inzien toch nog te veel te zijn en daarom liep ik nog eens kritisch door de foto’s heen, wikkend en wegend, want elke foto had zijn verhaal. Uiteindelijk, na twee uur dubben, gooide ik er met bloedend hart nog eens twee weg. Met 99 foto’s moest het toch kunnen, leek mij. Ik moest ook nog even wat namen van plaatsen bekijken want als je 10 keer voor een flinke zaal mensen moet zeggen:’Dit was een mooie canyon, maar hoe heette die nu ook al weer?’ of ‘Hier fietste ik over een reuze Andespas, de…..eh…..maar wat doet de naam er eigenlijk toe…. ?’, dan maakt dat op z’n minst een zwakke indruk. Na nog wat moeilijke woorden nagekeken te hebben was ik er klaar voor en kon ik met andere bezoekers, waarvan ik er al enkele kende van vorig jaar, wat ervaringen van het afgelopen jaar uitwisselen.
Een van de bekenden die ik op het festival ontmoette was zelfs een oude bekende. Ik had hem in 1978 in Algeciras ontmoet toen hij van de boot uit Tanger kwam. Zijn verhalen van 3 jaar fietsen door Azië, Amerika en Afrika maakten toen zo’n indruk op me dat ik na mijn afstuderen besloot om dat ook te doen. Niet 3 jaar zoals hij, maar slechts één jaar om wat van de wereld te zien. Dus ik wilde mijn carrière in het bedrijfsleven beginnen met een sabbatical year om pas daarna een serieus leven te starten.
Deze man, die er dus mede voor heeft gezorgd dat mijn hele leven één groot sabbatical year werd en die ik sindsdien nooit meer had gezien, was (en is) Alain Guigny, een Breton uit de buurt van St. Brieuc.
Alain was nogal veranderd, wat na 44 jaar eigenlijk ook wel een beetje te verwachten was.
Eerlijkheid gebiedt mij toe te geven dat ook ik in die tijd een beetje veranderd ben. Alain bezocht dit festival samen met zijn vrouw Babeth. Ja, hij was getrouwd en had samen met Babeth een tweede wereldreis op de fiets gemaakt, maar….. toen kwamen de kinderen en nu hebben ze al 4 kleinkinderen!! Wereldreizen op de fiets dus fini voor Alain.
Vier dagen lang werden er door verschillende wereldreizigers lezingen gehouden en films vertoond en werd er gepraat over allerlei uithoeken van de wereld waar avonturiers naar toe gefietst waren. Een bijeenkomst van gelijkgestemden zogezegd.
Op de middag van de 2e en 4e dag werd er in de kerk van Le Caylar een klassiek concert gegeven door Serge Heman en David van Aalderen, twee Nederlandse musici. Dat was een aangename onderbreking van al dat gefiets over de wereld.
Zaterdag 30 juli om 11 uur in de ochtend was het mijn beurt. Ik kreeg zelfs 60 in plaats van 50 minuten, maar zoals het mij in Nederland tijdens lezingen vaak vergaat vergat ik, toen ik eenmaal op dreef was, de tijd. Na 70 minuten vroeg ik aan de operator hoeveel tijd ik nog had, waarop hij ‘Min 10 minuten’ antwoordde. Toen ik opmerkte dat ik nog maar halverwege was maar toch maar ging stoppen klonk er gemor uit de zaal. En dus vroeg ik: ‘ Wie wil dat ik door ga?’ Daarop ging er een woud van handen omhoog.
‘En wie wil dat ik stop?’
Geen hand te zien, maar dat was natuurlijk beleefdheid van de mensen die zaten te popelen om aan hun lunch te beginnen. En dus ging ik door maar nu eenparig versneld om het niet al te dol te maken. Uiteindelijk had ik 50 jaar fietsen over de wereld gecomprimeerd tot 80 minuten, eigenlijk wel een aardi0ge knipoog naar Jules Verne’s ‘Rond de wereld in….’
Op de 4e, tevens laatste, dag van het festival vertrok ik in de middag samen met Thomas, een van de toeschouwers. Hij had mij uitgenodigd bij hem thuis in St. Martin du Larzac, een gehucht van 7 inwoners, een kilometer of 30 naar het noorden.
En met die laatste twee foto’s komen we (hopelijk) weer in de stemming om meer mooie natuur van zuidelijk Frankrijk te zien. Dat zal dan in mijn volgende bericht zijn.
Naschrift: Vanochtend, juist toen ik dit bericht naar mijn webmaster wilde opsturen, kwam er van een planten expert de oplossing van het zonnebloemen mysterie: Jonge zonnebloemen draaien inderdaad met de zon mee terwijl oudere continu naar het oosten kijken, dus in de richting van de opgaande zon. De bloemen op de foto waren blijkbaar al oud want die keken naar het oosten, terwijl de zon later in de middag, toen ik deze foto nam, in het westen stond.(zie de schaduw van mijn fiets). De bloemen op het veld er naast, die wel naar de zon keken ( niet op de foto), moeten dus nog jong zijn geweest.
‘Met dank aan Francky D’Hoop, de planten expert, voor deze biologie les.’