Bericht 6 eindigde met een theevisite bij een Mongoolse familie met grote Landcruiser langs de weg. We voerden een boeiende conversatie in het Mongools / Zweeds / Nederlands zonder dat de mensen ook maar een woord verstonden van wat ik zei. Aangezien ik net zoveel van hun Mongools en Zweeds verstond was de feitelijke informatie-uitwisseling nul, maar toch was het een gezellige tea-party, waarop ik zelfs nog gefilmd werd met een enorme camera. Misschien kwam ik daarmee wel op de landelijke televisie, hoewel ik op de rest van mijn reis helaas van geen mens te horen kreeg dat ik mij onder de BM-ers (bekende Mongolen) had geschaard.
Na de theevisite kreeg ik een klim over 7 km naar een pas: de circa 2500 meter hoge Solongotiyn davaa. Door stond een flinke Ovoo, zo’n Boedhistische stenenhoop met vlaggen, die vaak op bergtoppen of passen staat. Juist toen ik mijn fiets op de standaard had gezet stopte er een minibusje waar 10 mensen uit stapten. Negen van hen gingen poseren en de tiende zette ze op de foto. Maar eigenlijk poseerden alle tien voor mij.
Ih-Uul bleek een merkwaardig dorpje te zijn. Het lag naast de weg en was afgesloten met houten hekken, waar je alleen te voet of met onbepakte fiets (en dan nog wel met moeite) tussendoor kon. Ik moest om de plek heen rijden om er in te kunnen. Daar vond ik een paar kleine winkeltjes waar ik wat voedsel voor onderweg kon kopen. 4 km daar buiten zette ik mijn tent op bij een ger van een vriendelijke Mongool.
De eigenaar van de ger kwam met twee kinderen mijn fiets bewonderen. De fiets met framevering van zijn zoontje bleek veel gecompliceerder te zijn, dan mijn fiets. Misschien waren ze verbluft door de eenvoud van mijn fiets.
Met de vaak uitwaaierende sporen, waarvan er sommige een heel verkeerde kant op gingen, moest ik goed opletten dat ik niet verkeerd reed. Met behulp van mijn kompas en de kaart hield ik de richting voortdurend in de gaten.
Foto 9: Een kijkje op mijn gecompliceerde ‘dashboard’: Kaart en kompas om de weg te vinden. En verder twee kilometertellers, die onafhankelijk van elkaar waren, om er zeker van te zijn dat de elektronica me niet voor de gek hield. Als beide hetzelfde aanwezen, wist ik zeker dat de aanwijzing correct was, zoals hier (vrijwel) het geval was. Slechts een verschil van 1 op 2008, oftewel 0,049 %, wat acceptabel was/is).Als ze niet hetzelfde aanwezen, wist ik zeker dat ten minste een van de twee fout was en zou ik moeten gaan uitzoeken welke van beide de bedrieger was. Hoe ik dat zou doen valt buiten het bestek van deze blog, maar het vak ‘meettechniek’, dat ik lang geleden in Delft heb gevolgd, kwam me hierbij goed van pas.
En dan tenslotte mijn mobiele telefoon, die ik natuurlijk normaal in mijn zak of fietstas had zitten. (Hier heb ik hem voor de foto op het ‘dashboard’ gelegd om er mee te pronken). Het was op deze reis voor het eerst van mijn leven dat ik zo’n ding had. (Bij aankomst in Ulaan Baatar, met batterij en simkaart plus beltegoed, voor 12 euro gekocht. Uiterst handig om, als het regent, naar Nederland te bellen om te vragen of het weer daar ook zo beroerd is.
Tosontsengel, waar ik rond het middaguur aankwam bleek een relatief grote plaats te zijn. Er stond een mooie fabriek, die waarschijnlijk niet meer in gebruik was. Ik hield het niet voor onmogelijk, dat het gemeentebestuur hem op de Werelderfgoedlijst van de UN probeerde te krijgen.
Na een maaltje in een restaurant dat ik doorspoelde met een Pepsi, kreeg ik een klim over 4 km naar een pas van 1900 meter. Toen ik op de pas stond kwam er een dreigende wolk in mijn richting drijven. Verderop klonterden de wolken samen tot een onsmakelijke grijze brij. Waar ik stond scheen de zon nog wel, maar ik had er geen zin in de problemen op te gaan zoeken. Ik had er eigenlijk ook geen zin in om in deze niet erg inspirerende plek te blijven. Daarom 40 minuten in dubio gestaan: wel verder…. niet verder…. ja toch maar verder…. nee, bij nader inzien toch maar liever niet verder. Ik ben mijn hele leven uiterst goed geweest in twijfelen.
Uiteindelijk, toen het ook nog hard ging waaien, daalde ik weer af, terug naar Tosontsengel en nam daar een kamer in een hotel. Juist toen ik mijn spullen op de kamer had gezet, brak de zon weer door de wolken. Dus toch fout gegokt!, wat ook wel te verwachten was, want hoe langer ik twijfel over iets, hoe groter de kans wordt dat ik verkeerd kies.
’s Middags maakte ik een wandeling in de bergen in de omgeving.
En nu moet ik weer kiezen, want het is 17 maart, de verkiezingen. Ga ik weer verkeerd kiezen? Ik heb ook lang getwijfeld op welke partij ik moet stemmen, dus of ik het goede rondje rood ga kleuren is de grote vraag. Het landsbelang hangt er van af en dat weegt nog zwaarder dan een bui op mijn nek.
De toekomst zal leren of ik de goede partij aan de macht ga helpen!
Tot de volgende keer.
En? Wat heb je gestemd? Ik PvdD omdat zij het hardste proberen om de aarde mooi te houden c.q. weer mooi te maken. En dat kan ook vanaf de zijlijn, als aanjager.
geniet van je reis,en wat dat stemmen betreft,,,wat je ook stemt,het is altijd fout.of wat velen zeggen:het zijn een stelletje mongolen.