Bericht 7, Vrijdag 6 juli 2018.
Voorbij het hotel van Abdul werd het serieus met de Gorges du Dades. De vallei versmalde zich en de weg ging met bochten klimmen.
Een paar bochten verder kreeg ik uitzicht op een hotel dat als een adelaarsnest tegen de canyonwand was gebouwd. Dat stond er de vorige keer toen ik hier fietste ( in 1986, op weg naar de Sahara. Zie mijn boek ‘Door Sahara en Sahel) nog niet. Er is sindsdien veel bijgebouwd en de weg is geasfalteerd, terwijl ik hier indertijd over gravel voortploeterde.
Door een paar fraaie haarspeldbochten klom ik naar dat hotel , dat daar naar mijn mening niet gebouwd had mogen worden, hoewel het wel de stijl heeft van de oude kashba’s in deze regio. Maar het is nieuw en dat bederft voor mij een beetje de sfeer die hier vroeger hing, toen alles nog rimboe was. Één lichtpuntje: over 500 jaar is het hotel oud en misschien zelfs wel een ruïne en dan is de sfeer van weleer weer geheel terug……. als er ondertussen niet nog meer aan die canyonwand is geplakt.
Het uitzicht op de zigzaggen was spectaculair. Ik had dit plaatje 40 jaar geleden in een oud boek over Marokko zien staan en dat maakte op mij zo’n indruk dat ik daar ook heen wilde. En zo kwam het dat ik daar in 1979 met Eelco, een vriend die ik kende van de schaakclub in Steenwijk, heen fietste. Toen dus nog met het echte oude sfeertje dat er over 500 jaar misschien weer zal hangen.
Enkele kilometers daar voorbij vernauwde de kloof zich nog meer, een plek waar je niet moet zijn als het pijpestelen regent, want dan kan er een vloedgolf doorheen spoelen, die je met je hele hebben en houwen meevoert tot in de woestijn, een eind naar het zuiden. Nu was het echter mooi weer zodat ik niets te vrezen had.
Nog wat verder in de gorge stond een oude lemen toren die 500 jaar geleden nieuw was (of misschien slechts 200 jaar geleden?) en die daar toen niet gebouwd had mogen worden om het toenmalige sfeertje te behouden, maar die het nu eigenlijk best wel goed doet!
Uiteindelijk ging de weg uit de kloof klimmen en kreeg ik mooie uitzichten in het rond. Zo keek ik in een bocht neer op een dorpje dat ik mij goed herinnerde van mijn tocht uit 1986. Toen nam ik op dezelfde plek als deze een dia, die later in mijn boek ‘Door Sahara en Sahel’ werd opgenomen. Misschien een leuk tijdverdrijf om eens op een regenachtige dag de verschillen tussen nu en 1986 te zoeken,? Maar daarvoor moet u naar de bibliotheek om het boek te lenen of naar de boekhandel om te vragen of ze het in voorraad hebben. Waarschijnlijk haalt u het gewoon uit uw boekenkast?!?
Na Msemrir kreeg ik een gravelpas van 3000 meter voor mijn wielen, maar daarover ga ik het de volgende keer hebben.