Bericht 4
In mijn vorige bericht beloofde ik een aantal foto’s te laten zien van de Gorges de l’Ardeche. Welnu, daarvan heb ik er weer genoeg geschoten, ook al ben ik er al heel wat keren geweest. Bij mooi zonnig weer is het steeds weer een plezier langs deze kloof met zijn fraaie uitzichtpunten te fietsen en dan schiet ik toch weer plaatjes, die ik thuis ook al in veelvoud heb. Maar elk plaatje is juist weer net even anders dan de voorgaande plaatjes. Een iets andere zonnestand, een iets andere camerastand en een iets ander licht, ook al komt dat van dezelfde zon. Dus iedere foto is uniek, zelfs als die door mij geschoten is. Maar voor ik die unieke foto’s van de Gorges de l’Ardeche laat zien, eerst een, al zeg ik het zelf, even unieke foto van Aiguèze dat aan de overkant van de Ardeche ligt als je in St. Martin d’Ardeche, de toegang tot de Gorges, staat.
Vanaf St. Martin werd het fietsen serieus: omhoog naar het plateau na dagenlang vlak fietsen langs kanalen en rivieren. Dat is dan toch weer even wennen, maar de uitzichten compenseren het harde werk evenals een blik cola.
Het was een mooie rit langs deze Gorges, zoals mijn foto’s ongetwijfeld bewijzen maar het plezier werd gedeeltelijk vergald door honderd miljard knetterende en met ontzagwekkende vaart langsscheurende motorfietsen. Misschien overdrijf ik iets in aantal, maar niet veel. Het leek wel of alle motorfietsen uit geheel Europa juist vandaag hier langs denderden. Merkwaardig dat de Franse overheid dit soort geweld, met bijkomend gevaar op de weg, tolereert. Ook merkwaardig dat al die lawaaiproducenten, uitgezonderd de nette motorrijders die er ook wel zijn, zich totaal niet generen terwijl ze zoveel medeburgers ontzettend irriteren met dit acoustische en gewelddadige machogedrag. Je zou je toch te barsten schamen als zo’n teringherrie produceerde!
Maar laat ik ophouden met dit gemok en me bepalen tot de aangename aspecten van deze reis. Voorbij de Gorges de l’Ardeche zocht ik mijn route over rustige bochtige weggetjes langs pittoresque dorpjes door de Cévennes.
Het was ondertussen weer zondag, een week na mijn tocht langs de Gorges de l’Ardeche en weer stond er een mooie etappe op het programma : door de Gorges du Tarn. Het was bovendien Quatorze Juillet, de nationale feestdag, de dag dat de Fransen gedenken dat de Bastille, het gehate symbool van volksonderdrukking, werd bestormd en verwoest. Het was tevens de aanloop tot een nieuwe volksondrukking waarbij duizenden onschuldigen het leven lieten onder de guillotine. Veel reden dus tot feestvieren en met het motorfestijn in de Gorges de l’Ardeche nog vers in mijn geheugen leek het mij beter om deze dag de bochtige weg door de Gorges du Tarn te mijden. In plaats daarvan maakte ik een wandeling naar het schilderachtige dorpje Quezac vlak bij Ispagnac.
De dag na Quatorze Juillet, fietste ik, nu gelukkig weinig gehinderd door motorduivels, door de Gorges du Tarn, waar ik vorig jaar ook door reed. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was ik daar voor het eerst en als de zon schijnt is het, hoe vaak je er ook komt, de moeite waard. Hier volgen, tot besluit van deze aflevering, nog een drietal plaatjes van deze prachtige kloof. Mogelijk heb ik (bijna) dezelfde foto’s vorig jaar al geplaatst op deze blog. Voor de lezer een leuke opgave om beide series te vergelijken. Dat honderdste deel van een millimeter dat de canyon minder diep was dan nu zal niet te zien zijn, maar misschien zijn er andere verschillen. Een interessante variant van de ‘Zoek de zeven verschillen-puzzel’ om een middag van verveling door te komen.
Volgende keer gaan we op weg naar weer andere bekende en minder bekende gebieden.