Een maand geleden ben ik teruggekeerd van mijn fietsreis door Marokko, Spanje, Portugal en Zuidelijk Frankrijk. Thuisgekomen ben ik onmiddellijk aan de slag gegaan met het leggen van de laatste hand aan mijn manuscript ‘Even naar de evenaar’, een reis door Kenia en Oeganda. Enkele dagen geleden heb ik het verhaal voorzien van ruim honderd foto’s ingeleverd bij uitgeverij Elmar, die er zoals gewoonlijk weer een prachtig boek van gaat maken.
Op die reis door Kenia en Oeganda heb ik enkele projecten bezocht van ‘Cycling out of Poverty’, een kleinschalige hulporganisatie waar ik onbezoldigd ambassadeur van ben. Cycling out of Poverty (CooP) geeft fietsen aan arme mensen in Afrika. Met die fietsen kunnen boeren meer groenten en fruit in kortere tijd naar locale markten brengen, waardoor hun inkomsten drastisch omhoog gaan. Tijdens de Fiets- en Wandelbeurs, die 1 en 2 Maart 2014 gehouden wordt in de Rai in Amsterdam en waar ik een paar lezingen ga houden, zal ik het eerste exemplaar van ‘Even naar de evenaar’ presenteren aan Luuk Eickmans, de directeur van CooP. Ik breng dan een extra stapeltje ‘Evenaars‘ mee om verzamelaars en geïnteresseerden de gelegenheid te geven zich het boek aan te schaffen. Vanaf de Maandag daarop zal het bij de boekhandel verkrijgbaar zijn.
Ik begon mijn reis door Kenia en Oeganda in Nairobi, waar ik meteen al het slachtoffer werd van truc nummer 17A uit ‘Het Standaardwerk voor de Nairobische Oplichter’. Het kostte me slechts één euro, maar het gevoel bij de neus genomen te zijn door een handige jongen zat me danig dwars. Wat me nog meer dwars zat was regen in de droge tijd. Onder dreigende wolken fietste ik Nairobi uit, maar gelukkig klaarde het weer op en verlicht door een plezierig zonnetje kruiste ik enkele dagen later de evenaar, waar een professor in de mechanica me het Corioliseffect demonstreerde: het door een gat onderin een pannetje weglopende water draaide tien passen ten noorden van het evenaar-bord rechtsom en tien passen ten zuiden ervan linksom. “Dat komt door de rotatie van de aarde.” lichtte de professor toe. Na dit verbazingwekkende experiment moest ik mee naar de souvenirwinkel. Mijn argument dat souvenirs te zwaar waren om op de fiets mee te zeulen door Afrika werd door de professor weggewuifd met: “Er zijn vast wel kleine aandenkens die niets wegen”. Ik antwoordde daarop met: “Mijn fiets is loodzwaar beladen met allemaal dingetjes die niets wegen”, maar om niet vervelend te zijn kocht ik toch wat: een stenen ganzenei met de wereldkaart erop, waarover een dikke equator-lijn liep.
Ik vervolgde mijn tocht via nog een paar evenaarpassages, de mooie Thomson Falls, Lake Baringo met nijlpaarden en krokodillen, de Great Rift Valley en een mooi groen gebergte naar Oeganda. Daar bezocht ik een aantal projecten van CooP.
Bij Jinja aan het Victoriameer, waar ik 53.886 dagen na Speke bij de Ripon Falls kwam voelde ik me, ondanks al die dagen te laat, toch nog een beetje de ontdekker van de bron van de Nijl. Zoveel mogelijk via kleine wegen keerde ik terug naar Kenia, waar ik in Kisumu een lint doorknipte. Daarmee was de Bicycle Workshop van Cycling out of Poverty geopend. Hier konden (en kunnen voortaan) de vele fietstaxi-rijders van de stad hun rijwielen laten repareren. Door het gebied van de Masaai, een stam van veeboeren in zuidelijk Kenia, fietste in terug naar Nairobi. Ik was weer eens even, en zelfs een paar keer, op de evenaar geveest.
In dit boek voer ik de lezer mee langs kleurrijke Afrikaanse marktjes en door pittoreske dorpjes, langs interessante plaatsen en door prachtige natuur. Een plezierige dienstreis voor een ambassadeur!