Bericht 10 Mongolië
Ik was in bericht 9 blijven steken bij een ruïne, ergens in een verlaten gebied van Mongolië. Juist toen ik een foto had gemaakt van de ruïne kwam er een boer op een motorfiets naar me toe voor een praatje.
De man begon een verhaal in het Mongools en vertelde me wie hier gewoond had en wat die bewoner allemaal gedaan had tijdens zijn leven. Door het grote taalprobleem ontging me het meeste van het verhaal, eigenlijk wel alles om eerlijk te zijn. Het was dus ook goed mogelijk dat hij het had over de politiek of het verzamelen van speltjes en munten. Jammer dat alles mij ontging. Ik knikte steeds maar beleefd, net alsof ik alles begreep. Uiteindelijk kreeg hij door dat ik geen woord van zijn betoog verstond. En dus liep hij naar mijn fiets om die eens goed te bekijken.
De achternaaf had zijn bijzondere belangstelling. Ik vertelde in het Nederlands wat voor een geweldige naaf dat was en dat er een blok met maar liefst negen tandwielen op zat. Daarna legde ik uit dat als je het aantal tanden van het voortandwiel deelt door het aantal tanden van het achtertandwiel en je vermenigvuldigt de uitkomst met pi en vervolgens nog met de buitendiameter van de band, je het aantal meters krijgt per trapas omwenteling. “Maar pas op!” voegde ik daaraan toe. “Neem de diameter van de door het gewicht ingedrukte band en niet de diameter van de onbelaste band, want dan kom je een paar procent te hoog uit.” De man knikte steeds beleefd, net alsof hij alles begreep, maar ik vreesde dat hem toch wel enkele finesses ontgingen. Het zou best kunnen dat hij dacht dat ik het over mijn Donald Duck-verzameling had. Jammer toch zo’n taal barrière!
Na al deze informatieuitwisseling stapte de man weer op zijn motorfiets en reed terug naar zijn ger, een kilometer het terrein in. Ongetwijfeld ging hij daar aan zijn vrouw en kinderen verslag uitbrengen van dit belangwekkende onderhoud.
De dag daarna reed ik Bayanhongor binnen, een wat groter plekje aan de voet van een kaal gebergte.
Blijkbaar hadden in dit gebied dinosaurussen rondgelopen, want in het stadspark stond een fors stenen beeld van zo’n op bloed beluste carnivoor.
Ik vraag me altijd af, als ik voor zo’n stenen monster sta, wat ik zou doen als het er een van vlees en bloed was. Hard weg lopen heeft dan niet zoveel zin, want in film heb ik gezien dat die beesten erg snel kunnen zijn als het om eten gaat. Hem tot kalmte manen werkt waarschijnlijk ook niet, want als zo’n beest wat in zijn kop heeft is het daar moeilijk uit te praten. Maar misschien zou hij wel doodsbang voor mij zijn, want sommige mensen zijn ook bang voor muizen. In die zelfde verhouding moeten we Dino – Frank zien.
Ik klom naar de top van de kleine heuvel links op foto 5, waar nogal wat telecom-constructies stonden. Vandaar had ik een interessant uitzicht over de stad.
Weer kwam ik een in fietsen geïnteresseerde motorrijder tegen, waarbij de taalbarrière even groot was als bij die vorige ontmoeting. Deze keer vertelde ik over mijn kompas (onder de binder op de kaart voorop), maar de man was meer geïnteresseerd in mijn Schwalbe banden. En ook hier ontging hem waarschijnlijk het fijne van mijn betoog, maar uit de manier waarop hij in de banden kneep, bleek zijn bewondering voor deze ijzersterke rubbers. Ik vermoedde dat hij mij benijdde omdat hij zijn motorfietsbanden nogal eens moest plakken op deze stenige gravelwegen.
Later die dag ontmoette ik een heel gezelschap dat in twee auto’s reisde. Een van hen sprak wat Engels en die waarschuwde me dat de weg verderop verschrikkelijk slecht was: “Daar breek je je fiets op!” Ik antwoordde dat daar heel wat voor nodig was. Later bleek het een nieuw wegdek te zijn, dat echter niet super degelijk was aangelegd, want er waren al snel potholes in ontstaan. Het was voor mij echter een prima weg, want met de fiets kon ik makkelijk om al die gaten heen slalommen. Ik kon me wel voorstellen dat je zo’n prima weg met een auto anders ervaart. Dan hobbel je door de meeste gaten heen, wat het comfort niet ten goede komt.
‘Wat voor een fiets een goede weg is, hoeft dat voor een auto nog niet te zijn, en omgekeerd.‘
Met deze wijze spreuk besluit ik bericht 10. In bericht 11 gaan we weer vol energie verder over deze prima weg.