Bericht 2
Na mijn bezoek aan Heinz Stűcke vervolgde ik mijn reis in zuidelijke richting. Ik reed door Sauerland en kreeg nogal wat klimwerk voor de wielen in mooi groen heuvelland.
Iets voor Winterberg kwam ik bij de bron van de Ruhr. Een in 1849 gebeitelde steen markeerde de plek waar de Ruhr uit de grond kwam.
Vanaf Winterberg ging ik hoofdzakelijk dalen in de richting van Marburg, waar de gebroeders Grimm gewoond en aan hun wereldberoemde sprookjes gewerkt hebben.
Marburg bleek een mooi plaatsje te zijn. Ik bleef er een dag om er wat rond te kijken.
Vanaf Marburg volgde ik de fietsroute langs de Lahn zodat mij veel klimwerk en autoverkeer bespaard bleef. Helaas waren de wegaandhidingen niet overal even duidelijk. Bij Weilburg was het weer een puzzelrit. Ik gokte verkeerd wat deze keer als voordeel had dat ik in het oude centrum terecht kwam. Dat had ik met een goede bewegwijzering zomaar gemist. Zo zie je dat slechte aanwijzingen je op goede plaatsen kunnen brengen.
Ik was die dag op weg naar het mooie stadje Limburg, maar enkele kilometers daarvoor kwam ik door Runkel waar een oud slot te bezichtigen was.
In Limburg zette ik mijn tent op de camping en maakte ’s avonds een wandeling door de stad.
Behalve al dat moois in het centrum van Limburg was er nog iets interessants te zien en wel op de camping. Daar stond het stampvol met campingcars. Maar het was toch een echte camping, want ik ontdekte tussen al dat indrukwekkende camperblik ook nog twee of drie tentjes.
Ik wilde de Lahn volgen tot zijn monding in de Rijn (Rhein schrijven ze in Duitsland maar onze oosterburen hebben de spelling nooit geheel onder controle gekregen) maar vond op de kaart een route langs de Aar waarbij ik een flink stuk afsneed. Het gif zat hem hier helaas in de staart want om bij de Rijn te komen moest ik nog een forse heuvel over. Daarna reed ik langs de Rijn verder zuidwaarts, maar als ik nu dacht dat alles op rolletjes zou lopen had ik het mis, want bij Ludwichshafen werd de route weer een echte padvinderij, eigenlijk veel meer een padzoekerij. Ik moest om het enorme chemiebedrijf van BASF heen voordat ik het fietspad langs de Rijn terug vond. (Dat bedrijf deed me overigens denken aan de metershoge stapel muziekbandjes die ik in de loop van enkele jaren kocht om er concerten van de radio met behulp van een recordertje op te zetten. En toen ik die verzameling symfonieën, vioolconcert, pianoconcerten en strijkkwartetten trots in de kast had staan kwam de CD opzetten en kon ik het hele bandenspulletje triest naar de kringloopwinkel brengen. Nu, met de wonderen van het internet, hangt datzelfde Zwaard van Damocles boven het hoofd van mijn uit de hand gelopen CD verzameling, maar ik denk er niet over om die ook op te doeken. Zo erg wil ik niet meewerken aan onze dolgedraaide consumptie cultuur.)
Maar ik ben afgedwaald van het juiste pad langs de Rijn. Ik vond het uiteindelijk weer terug en vervolgde het verder naar het zuiden
Een veerpontje bracht mij aan de westelijke oever van de Rhin in Rhinau, waardoor ik mij in plotseling in een ander land bevond: Frankrijk.
Let op het colablikje onder de binder achterop de fiets. Daaraan heb ik me een financiële buil gevallen. In Duitsland zit er, net als bij ons, statiegeld op blikken. Pfand heet dat daar, maar wat erger is: het bedraagt maar liefst 20 cent ipv bij ons 15 cent. En ik was de grens (Rijn) al over toen ik de inhoud naar binnen goot. Ik kon dat blikje dus niet meer inleveren tenzij ik er speciaal weer voor zou overvaren. Weg 20 cent! Je maakt wat mee op zo’n reis.
En wat ik nog meer heb meegemaakt…. daar ga ik het in bericht 3 over hebben.
Frank van (diezelfde) Rijn, maar nu met de juiste spelling.