Na een flinke afdaling kwam ik, 8 km voor het plaatsje Agudal, aan bij de Auberge La Grotte, waar ik de nacht doorbracht. De volgende dag fietste en wandelde ik 4 km naar de grot, waaraan de auberge zijn naam dankt.
De grot zelf ging ik slechts een klein eindje in. Ik ben niet zo’n grotmens en had er geen zin in 50 meter naar beneden te vallen in een donker gat, waarna de brandweer van Agoudal, zo die bestaat, er aan te pas zou moeten komen om me er weer uit te halen.
De omgeving van de grot was dit extra uitstapje echter meer dan waard: een kleine maar erg mooie canyon.
Door weer een groene landbouwvallei fietste ik verder naar Imilchil, waar ik nu ben.
Vanochtend bezocht ik de wekelijkse souk (markt) van Imilchil. Daar heerste een bonte, kleurrijke bedrijvigheid van handelaren en kopers. Vooral de geiten- en schapenmarkt was het bekijken waard, maar de Dierenbescherming zou hier waarschijnlijk de handen vol hebben, want erg zachtzinnig werd er met die arme schapen niet overal omgesprongen. Als schaap of geit geboren worden in Marokko is niet het groot geluk op aarde, lijkt mij.
Bijzonder was ook een stand waar je kiezen en tanden kon kopen. Die worden dan, waar je bij staat , in je mond geplaatst, waarschijnlijk goedkoper dan mijn implantaat. Let op de tangen en andere werktuigen om de boel te monteren.