Bericht 1.
Vorige zomer bezocht ik het ‘Festival de Cyclotourisme’ (festival van het fietstoerisme) in het zuid Franse plaatsje Le Caylar. Hubert, de organisator van het festival vroeg mij toen of ik tijdens het volgende festival (deze zomer dus) een lezing wilde houden over mijn fietsreizen. Dat had hij al eerder gedaan en steeds wist ik de boot af te houden, maar deze keer kon ik er eigenlijk moeilijk meer onderuit. En dus stemde ik toe in een bui van zeldzame zelfoverschatting.
Als ik in Nederland een lezing houd (hield, want de tijd van de toverlantaarn en het vertellen van verhalen van onderweg lijkt voorgoed voorbij) ga (ging) ik er altijd met de auto naartoe. Zo kon ik steeds een flinke doos boeken meenemen voor de verkoop.
Voor deze lezing in Frankrijk lag de zaak anders. Boeken meezeulen had geen zin, aangezien het publiek voor 100% Frans was en er natuurlijk geen Fransman is die een woord Nederlands leest. Bovendien leek het me een beetje in de sfeer van het festival passen om op de fiets te komen.
En dus vertrok ik ruim van tevoren omdat Le Caylar 1200 tot 1400 km van mijn woonplaats (over te fietsen wegen, dus niet via de autoroute) vandaan ligt. Om precies te zijn stapte ik 2 juni op de fiets om zuidwaarts te peddelen. Problemen met de SD kaart in mijn fotoapparaat verhinderden me aanvankelijk om uitgebreid te fotograferen, maar dat eerste stuk door België en noord Frankrijk kennen we natuurlijk allemaal al dus daar hoeven geen foto’s bij.
Ik reed door Bourgogne en langs de noordwest en westkant van het Massif Central en kwam na veel inspannend klimwerk (met evenveel ontspannend daalwerk) uiteindelijk uit bij Agen aan de Garonne. Vandaar volgde ik het fietspad langs het Canal de Garonne tot Toulouse, waar deze ‘Veloroute des Deux Mers’ overging op het fietspad langs het Canal du Midi. Het fietsen ging langs deze kanalen makkelijk door het ontbreken van klimwerk, hoewel er bij elke sluis toch een zeker hoogteverschil overwonnen moest worden, kort maar vaak loeisteil. Lastig was wel dat de route slecht en soms in het geheel niet bewijzerd was. Gewoon het kanaal volgen, zou je denken, maar soms ging bij een brug de route zomaar aan de andere kant verder en dan moest je gokken.
Het kanaal loopt langs Carcassonne en dus fietste ik daar ook langs. Een goede gelegenheid om die oude ommuurde stad nog een te bekijken.
Op de camping van Carcassonne ontmoette ik Jean, een Vlaming van 88, die in zijn eentje een fietstocht van 7 weken door Frankrijk maakte. Achter zijn fiets met elektrische hulpmotor had hij een aanhangwagentje voor de bagage.
Van zijn zoon had Jean een superslimme telefoon gekregen die hem in staat stelde nauw contact met het thuisfront te onderhouden. Het apparaat was zelfs zó slim, dat zijn familie en vrienden thuis hem als een puntje op een Google map konden zien bewegen en dus op elk moment precies wisten waar hij zich bevond. Foto’s konden er mee verstuurd worden en hij kon met allen praten alsof ze bij hem op het aanhangwagentje zaten. Er kleefde aan die fantastische gloednieuwe toverdoos slechts één bezwaar: het apparaat had het begeven. Het scherm was en bleef zwart hoe je er ook aan fiedelde en er kwam geen geluid meer uit.
“Mijn familie weet niet of ik er nog ben”, zei hij bedrukt. Ik leende hem mijn uitklapbare mobiele telefoontje dat ik kort geleden in de kringloopwinkel voor een euro had gekocht, en dat nu al als een muzeumstuk wordt beschouwd. Daarmee kon hij zijn familie geruststellen. Zijn zoon beloofde hem een nieuwe superslimme telefoon die hij de volgende dag zelf moest gaan kopen in Carcassonne. En daarmee waren alle digitale, virtuele en reële problemen de wereld uit. Jean was zo opgelucht dat hij mij ’s avonds uitnodigde voor een etentje in het restaurant van de camping. Alles heel gezellig afgezien dan van het feit dat we tegen elkaars oor moesten schreeuwen om elkaar te vertellen hóe gezellig het was, want de restaurantbeheerder had met het voluit sturen van zijn geluidsinstallatie gemeend nog een schep bovenop die gezelligheid te moeten doen.
Van Carcassonne was het niet ver meer naar Le Caylar aan de grote weg van Montpellier naar Millau, waar het festival werd gehouden. Ik moest nog wel even een flink stuk klimmen vanaf de Gorges de la Vis naar de Causse du Larzac, het golvende plateau waarop Le Caylar zich bevindt.
Over het Festival van het Cyclotoerisme in Le Caylar zal ik het in mijn volgende bericht hebben. Ik besluit dit bericht met een niet erg mooie, maar wel interessante foto en met de vraag er bij waarom deze foto zo interessant is.
Frank van Rijn