Bericht 1
In bericht 0 liet ik wat foto’s zien en stelde daarbij de vraag: ‘In welk land zijn deze foto’s gemaakt?’ oftewel: ‘Waar fiets in nu rond?’
Helaas was geen van de overstelpende hoeveelheid antwoorden juist. Het goede antwoord moest zijn en is: ‘Thailand.’
Terra Cognita voor mij, aangezien ik daar al een keer of wat geweest ben. Dat maakt het niet minder boeiend, want er is een hoop te zien en het klimaat is er goed: droge tijd als het bij ons koud en somber is, zoals nu.
Vandaag was het echter een slechte dag: overwegend bewolkt en een harde kille wind die ik pal tegen had. Temperatuur volgens mijn almachtige platte telefoon 27 graden Celsius, maar daar geloof ik niets van. Dit knappe stukje digitale techniek, dat me elke keer weer versteld doet staan, slaat de plank volgens mij nogal eens mis. Ik houd het op een winterse temperatuur van 22 graden. In combinatie met die harde tegenwind was dat voor mij voldoende om er om half vier in de middag de brui aan te geven en een aardig resort met wifi op te zoeken, zodat ik meteen aan de slag kon met bericht 1. Dat werd ook wel de hoogste tijd, want al die mensen die antwoordden op die vraag waar de foto’s van het voorgaande bericht genomen waren, zitten natuurlijk al dagen te wachten op hun gelijk….. dat ze bij deze dus niet gekregen hebben. Volgende keer beter!
En nu dus een bericht uit Thailand.
Bij Nakhon Nayok, een kilometer of 90 ten noordoosten van Bangkok fietste in het heuvelachtige Wang Takrai nationaal park in en daar nam ik die foto van de waterval uit bericht 0. Hier is die nog een keer.
Iets verder naar het oosten klom ik naar het Taplan nationaal park door met tropisch woud bedekte heuvels.
Op een uitstapje zonder bagage zag ik dit bord langs de weg:
Het leek een beetje op een reclame van Thais bier.
Terug in de bewoonde wereld kwam ik langs een gigantisch gouden beeld. Ik vroeg aan de omstanders wie die gouden man was, maar kreeg daar geen duidelijke antwoord op. Het stond wel met koeieletters onder het beeld geschreven, maar helaas in het Thai. Ik ben op deze reis dus weer een analfabeet.
Voorbij de heuvels fietste ik tussen rijstvelden, suikerriet en kokospalmen naar Nakhon Ratchasima, waar ik ’s avonds een opgerolde pannenkoek met siroop bestelde.
Leuk zo’n pannenkoek, maar tijdens het eten ervan droop de warme siroop er van onder uit en kwam pal op mijn keurige broek terecht. Het is dus niet alleen een kunst om zo’n pannenkoek te fabriceren, maar ook om hem op een nette manier te eten.
De volgende dag bezocht ik in het centrum van de stad het Thao Suranari Monument. Thao Suranari was de Thaise Jeanne d’Arc.
In 1826 organiseerde Thao een opstand tegen de Laotianen die de stad bezet hadden. Alle vrouwen moesten de Laotiaanse soldaten verleiden en dronken voeren. Toen dat gebeurd was, was het voor die vrouwen een koud kunstje om een bloedbad aan te richten onder die soldaten. Daarom is deze Thao nu de heldin van Thailand!
Wel erg onnozele en domme soldaten om zich zo bij de neus te laten nemen! De waarheid van dit verhaal wordt door historici echter sterk in twijfel getrokken terwijl sommigen zelfs betwijfelen of deze heldin, die de stad redde, wel echt bestaan heeft. Een sterke overeenkomst dus met Jannie van de Boog.
Voor de plaatselijke bevolking en voor vele pelgrims is het verhaal over Thao echter ruim honderd procent waar.
Van Nakhon Ratchasima fietste ik naar Phimai waar een van de oudste en gaafste Khmer tempels van Thailand staat.
Over die tempel en meer ga ik het in bericht 2 hebben.
Tot dan.