Bericht 4
Bericht 3 eindigde met de ontmoeting met de prominente collega fietsreiziger Bert Sitters. Dat was in Sakhon Nakhon, ergens in het noordoosten van Thailand.
Van Sakhon Nakhon trokken we een paar dagen samen op, eerst langs het Nong Han meer naar Ban Tha Rae, een katholieke enclave in het Boeddhistische Thailand.
Eigenlijk bedoelt Bert dat hij zoeft over dat asfalt. Zijn stelling is: ‘De fietser heeft recht op zoevend asfalt’. Voor gravel, steenslag, keien, zand en zelfs lateriet is hij niet enthousiast te krijgen, hoe mooi dat ook moge zijn. Overigens zij hem dat nu vergeven want in april j.l. is hij geopereerd aan een knie. En nu al op fietsreis door Thailand!! Dat doen heel wat mensen met een verse nieuwe knie hem niet na. Ik durf zelfs te stellen dat er mensen met oude knieën zijn, die hem dat niet na doen.
Naga’s hebben vaak meerdere koppen: 1, 3, 5, 7 of meer. Altijd een oneven aantal omdat er steeds één in het midden zit en het geheel wel netjes symmetrisch moet blijven.
Bert had van een informant gehoord dat er op kerstavond, 24 december, een interessante optocht of processie zou zijn bij de kathedraal van Tha Rae. En juist nu was het 24 december!! Wat een toeval! Maar voor Bert was het geen toeval. Hij had zijn tocht zo gepland dat hij precies op deze avond in Tha Rae zou zijn om er midden tussen te zitten.
Helaas bleek ’s avonds dat de informant Bert verkeerd had voorgelicht over de processie. Die had de vorige avond al plaatsgevonden. Een kleine pleister op de wonde was dat de kathedraal, die de vorm van de Arc van Noach heeft, mooi verlicht was.
Na ons bezoek aan Tha Rae fietsten we door in noordelijke richting waar Bert een lux guesthouse aan een meer wist te vinden.
We kwamen langs heel wat van die rubberboom plantages.
Vanaf het guesthouse maakten we de volgende ochtend een aardig fietstochtje in de omgeving, waarna Bert terug ging naar het meer om op een strandje te gaan relaxen. (Eten, drinken en slapen, een vermoeiende vorm van relaxen, lijkt mij). Mijn argument dat hij die dingen ook allemaal thuis kan doen en dat je daarvoor niet tweemaal 10 uren in een vliegtuig gaat zitten, maakte op hem geen indruk. Het werd gewoon relaxen die middag!
Ik had hoog aan een rotswand, waar we langs waren gekomen, een enorme Witte Boeddha gezien en het leek me een aardige bezigheid voor die middag om daarheen te lopen, ook een vorm van relaxen en minder vermoeiend.
Het pad omhoog was niet moeilijk. Eigenlijk was het zelfs heel eenvoudig: grotendeels een trap met erg veel treden. Hier en daar hing ook een ijzig steil en hoog laddertje aan de rotswand, maar als je je daar maar goed vasthield en rustig door zette, was er geen vuiltje aan de lucht.
Terug bij het meer vond ik de geheel relaxte Bert, klaar voor het volgende traject van zijn reis: naar het zuiden van Thailand. Mijn doel was Vientiane in Laos.
En hier eindigt bericht 4. Tot de volgende keer (bericht 5) en hopelijk ook tot op de Fiets-en Wandelbeurs op 24, 25 en 26 februari in het Jaarbeursgebouw te Utrecht, waar we Bert uiteraard ook weer tegen zullen komen.