‘ZOEVEND ASFALT’ EN ZEVENKOPPIGE NAGA ‘S.

Bericht 4

Bericht 3 eindigde met de ontmoeting met de prominente collega fietsreiziger Bert Sitters. Dat was in Sakhon Nakhon, ergens in het noordoosten van Thailand.

Van Sakhon Nakhon trokken we een paar dagen samen op, eerst langs het Nong Han meer naar Ban Tha Rae, een katholieke enclave in het Boeddhistische Thailand.

Foto 1: Bert in actie en in zijn element: op effen gaaf asfalt, dat hij ‘zoevend asfalt’ noemt.

Eigenlijk bedoelt Bert dat hij zoeft over dat asfalt. Zijn stelling is: ‘De fietser heeft recht op zoevend asfalt’. Voor gravel, steenslag, keien, zand en zelfs lateriet is hij niet enthousiast te krijgen, hoe mooi dat ook moge zijn. Overigens zij hem dat nu vergeven want in april j.l. is hij geopereerd aan een knie. En nu al op fietsreis door Thailand!! Dat doen heel wat mensen met een verse nieuwe knie hem niet na. Ik durf zelfs te stellen dat er mensen met oude knieën zijn, die hem dat niet na doen.

Foto 2: Bert voor een forse Naga, de mythische draak uit het Boeddhisme, die heiligdommen bewaakt.

Naga’s hebben vaak meerdere koppen: 1, 3, 5, 7 of meer. Altijd een oneven aantal omdat er steeds één in het midden zit en het geheel wel netjes symmetrisch moet blijven.

Foto 3: Een Naga met zeven koppen, zoals je hem vaak tegenkomt, althans in Thailand. De zeven ‘vrachtwagenbanden’ waar hij op zit, althans zo lijkt het, is zijn opgerolde staart.

Bert had van een informant gehoord dat er op kerstavond, 24 december, een interessante optocht of processie zou zijn bij de kathedraal van Tha Rae. En juist nu was het 24 december!! Wat een toeval! Maar voor Bert was het geen toeval. Hij had zijn tocht zo gepland dat hij precies op deze avond in Tha Rae zou zijn om er midden tussen te zitten.

Foto 4: De kathedraal van Tha Rae. Geen elfde, twaalfde of vijftiende eeuws gebouw, zoals er hier en daar in Europa te bewonderen zijn, maar toch een bezoek waard, vooral in een Boeddhistisch land.
Foto 5: Kerststal in de kathedraal van Tha Rae.
Foto 6: Een sneeuwpop voor de kathedraal, om bij 30 graden plus toch een zeker kerssfeertje te creëren. Het zou me overigens niets verbazen als er zich onder de kerkgangers mensen bevonden die nog nooit sneeuw hadden gezien en voor wie een sneeuwpop dus net zo vreemd is als een zevenkoppige Naga op de Dam in Amsterdam.

Helaas bleek ’s avonds dat de informant Bert verkeerd had voorgelicht over de processie. Die had de  vorige avond al plaatsgevonden. Een kleine pleister op de wonde was dat de kathedraal, die de vorm van de Arc van Noach heeft, mooi verlicht was.

Foto 7: De met duizenden lampjes verlichte kathedraal van Tha Rae. Met een zekere fantasie was daarin de vorm van een grote boot, de Arc van Noach, te herkennen.

Na ons bezoek aan Tha Rae fietsten we door in noordelijke richting waar Bert een lux guesthouse aan een meer wist te vinden.

Foto 8: Bert niet in zijn element, want hier staat hij met zijn fiets op een laterietweg. Gelukkig voor hem was die beproeving slechts 50 meter lang.
Foto 9: Bert weer wel op zijn geliefde ‘zoevende asfalt’. Op de achtergrond een mooie rotsberg. Aan zijn rechterhand een rubberboom plantage. 

We kwamen langs heel wat van die rubberboom plantages.

Foto 10: Een rubberboom plantage van dichtbij. Niet het mooiste bos dat je je kunt voorstellen. Let op de kleine bakjes aan de bomen, waarin de latex, de grondstof  voor rubber, wordt opgevangen.
Foto 11: Een rubberplanter die een oplosmiddel toevoegd aan de latex om te voorkomen dat de boel muurvast komt te zitten in het bakje.
Foto 12: Elke dag wordt er een heel smal reepje van de schors van de rubberboom afgesneden, zodat er weer nieuwe latex in het bakje vloeit.
Foto 13: De oogst: een flinke stapel latexbonken. Ik vroeg me af hoeveel Schwalbebanden hieruit gemaakt gaan worden.

Vanaf het guesthouse maakten we de volgende ochtend een aardig fietstochtje in de omgeving, waarna Bert terug ging naar het meer om op een strandje te gaan relaxen. (Eten, drinken en slapen, een vermoeiende vorm van relaxen, lijkt mij). Mijn argument dat hij die dingen ook allemaal thuis kan doen en dat je daarvoor niet tweemaal 10 uren in een vliegtuig gaat zitten, maakte op hem geen indruk. Het werd gewoon relaxen die middag!

Ik had hoog aan een rotswand, waar we langs waren gekomen, een enorme Witte Boeddha gezien en het leek me een aardige bezigheid voor die middag om daarheen te lopen, ook een vorm van relaxen en minder vermoeiend.

Foto 14: Begin van het pad naar de Witte Boeddha, bewaakt door twee vijfkoppige Naga’s. Hier is alleen de rechter Naga te zien. De linker zit links uit het beeld.

Het pad omhoog was niet moeilijk. Eigenlijk was het zelfs heel eenvoudig: grotendeels een trap met erg veel treden. Hier en daar hing ook een ijzig steil en hoog laddertje aan de rotswand, maar als je je daar maar goed vasthield en rustig door zette, was er geen vuiltje aan de lucht.

Foto 15: Nog een Naga onderweg. Het kon niet op. Weliswaar een met slechts één kop, maar dan toch een kanjer!
Foto 16: Toen ik mij, na de flinke klim, door wat struikgewas worstelde, werd de Witte Boeddha zichtbaar.
Foto 17:Pal onder de gigantische Boeddha.
Foto 18: Ik daalde weer af naar mijn fiets en reed terug naar het guesthouse aan het meer. Op een paar kilometer afstand van de rotsheuvel maakte ik nog een fotootje achterom. Waar zit de Witte Boeddha?

Terug bij het meer vond ik de geheel relaxte Bert, klaar voor het volgende traject van zijn reis: naar het zuiden van Thailand. Mijn doel was Vientiane in Laos.

En hier eindigt bericht 4. Tot de volgende keer (bericht 5) en hopelijk ook tot op de Fiets-en Wandelbeurs op 24, 25 en 26 februari in het Jaarbeursgebouw te Utrecht, waar we Bert uiteraard ook weer tegen zullen komen.