Op weg naar Vientiane bezocht ik Wat Phu Thok, een zandstenen heuvel die steil oprijst uit het vlakke landschap. Ik ben daar enkele jaren geleden ook geweest, maar deze heuvel vol Boeddhistische beelden en tempels is bijzonder genoeg om nog eens te bezoeken. Ervaren digi speurders kunnen proberen de foto’s en verhalen, die ik er de vorige keer op mijn website over gepubliceerd heb, uit de duistere spelonken van het internet omhoog te halen. Ik kan me voorstellen dat u daar geen zin in heeft. Lees dan gewoon verder.
Je kon via steile houten trappen omhoog naar de top. Er zijn zes niveaus en op de meeste daarvan kun je over vlondertjes, die tegen de rotswand getimmerd zitten, rond deze markante rotsberg lopen.
Een kilometer of 15 naar het oosten moest een mooie waterval te bewonderen zijn en dus fietste ik daar heen. De laatste 1,5 km moest ik lopen, waarbij ik over een interessante rotsbodem met boeiende watererosiepatronen kwam.
Op de een of andere manier heeft het internet er lucht van gekregen dat ik erg geïnteresseerd ben in Mars en in al die intrigerende foto’s van deze rode planeet, want als ik op mijn telefoon het weer wil bekijken, komt er steevast eerst een verhaal met foto’s van het Mars oppervlak naar voren. Vaak zie ik in geërodeerde rotsen dezelfde of vergelijkbare erosie patronen als die op de Marsfoto’s. En zo was het ook op het pad naar deze waterval.
De waterval zelf stelde niet veel voor, maar in de regentijd zal hij stellig veel indrukwekkender zijn.
Iets verder noordelijk kwam ik aan de Mekong, met aan de overkant Laos. Ik volgde de rivier in westelijke richting en kwam daarbij op een markant punt: de smalste plek stroomopwaarts in honderden kilometers. Stroomafwaarts wordt hij alleen maar breder tot de enorme monding in Vietnam.
Bij Nong Khai ging ik, voordat ik over de Mekongbrug Laos in fietste, nog even een kijkje nemen bij het Boeddhapark.
De volgende dag arriveerde ik in Vientiane, de hoofdstad van Laos en wat ik daar ging doen en beleefde komt in bericht 6 te staan. Tot zover bericht 5.