‘Las Malvinas son Argentinas’

Bericht 9

In Mendoza fietste ik omhoog naar Cerro de la Gloria, een heuvel in het grote park van de stad. Daar bovenop staat, evenals in Manzano Historico, waar ik de vorige keer over schreef, een groot monument van José de San Martin. Wat Simon Bolivar in Venezuela is en Antonio José de Sucre in Bolivia is José de San Martin in Argentinië: El Gran Libertador, oftewel de Grote Bevrijder van het land (van de Spaanse overheersing) Logisch dus dat kosten, moeite, beton noch brons zijn gespaard om deze Vaders van de vaderlanden te gedenken. Hier op deze heuvel loog het er ook weer niet om, zoals uit foto’s 1 en 2 blijkt.

IMG-20190114-WA0003
Het monument in zijn geheel.
IMG-20190114-WA0012
José op zijn paard met zijn leger achter zich en een glorie-engel boven zich.

Beneden het monument en er geheel omheen waren vele bronzen platen aangebracht van allerlei instanties en organisaties om José nog eens extra in het zonnetje te zetten, hoewel dat zonnetje, op het moment dat ik er was, achter dreigende onweerswolken schuil ging. Op enkele van de bronzen platen was de neus van José geel omdat vele bezoekers die neus bij wijze van vereering hadden aangeraakt, zodat het oxidelaagje van de plaat was afgesleten en het blanke (gele) metaal glom als goud.

IMG-20190114-WA0008
De als goud glimmende neus van José de San Martin

Van Mendoza reed ik naar het noorden richting San Juan, waarbij ik een bord langs de weg zag staan met de tekst: ‘Las Malvinas son Argentinas’, wat je zou kunnen vertalen als: ‘De Falklandeilanden zijn van Argentine’. Een dergelijk bord zie je hier wel vaker staan. Blijkbaar zit het de Argentijnen nog steeds dwars dat de Engelsen die vrij onbenullige eilanden bezet houden en die als Engels grondbezit beschouwen. In 1982 is daar een, in mijn ogen, onzinnige en onnodige oorlog om gevoerd die veel mensenlevens en veel geld heeft gekost. Waarschijnlijk waren de Britten goedkoper uit geweest als ze alle Engelsen van die eilandjes naar het vaderland hadden overgebracht, ze allemaal een kasteel van een huis hadden gegeven, ze allemaal in de adelstand hadden verheven en een dik pensioen voor de rest van hun leven hadden gegeven, dan die oorlog te voeren en tot op heden daar een forse troepenmacht te handhaven om een eventuele tweede Argentijnse invasie het hoofd te kunnen bieden.

IMG-20190114-WA0017
De Falklandeilanden zijn van Argentinië.

Circa 50 km voor San Juan boog ik af naar het oosten, waarna ik in het plaatsje Vallecito kwam. In dit dorpje dat nu stijf staat van de restaurantjes heeft rond het jaar 1840, toen het dorpje nog niet bestond, een wonder plaatsgevonden: een vrouw met de naam Correa was met haar baby op zoek gegaan naar haar man die in de toen woedende burgeroorlog was verdwenen. Helaas had ze niet genoeg water mee genomen in dit hete droge landschap , waardoor ze om kwam van de dorst. Een dag later werd ze gevonden door een groep gauchos (cowboys). Haar baby zat aan haar borst en bleek nog te leven. Dit wonder bleek groot genoeg om mensen van heinde en verre naar deze plek te lokken als eerbetoon aan Difunta Correa, wat ‘Gestorven Correa’ betekent. Er werden capelletjes gebouwd waarin in de loop der jaren duizenden pelgrims dankbewijzen plaatsten voor de hulp die Difunta Correa hun had geboden bij problemen en ellende van allerlei aard. Die dankbewijzen bestonden uit bronzen plaatjes aan de muren van de capelletjes, maar ook uit materiële giften zoals bekers gewonnen bij sport, speelgoed, familie-fotos, schilderijtjes, auto- en fietsonderdelen, diploma’s, weegschalen guitaren en nog zo veel meer dat er een heel museum mee was gevuld. En dan de plastic flessen gevuld met water, zodat Correa nooit meer dorst zou hebben!! Duizenden flessen met alles bij elkaar cubieke meters water.

IMG-20190114-WA0006
Een aantal van de duizenden materiële giften aan Difunta Correa’.

IMG-20190114-WA0010

IMG-20190114-WA0004

IMG-20190114-WA0013
Flessen water voor Correa’ zodat ze nooit meer dorst hoeft te lijden in het hiernamaals.

Bovenop een heuvel bevond zich een zwartgeblakerde rots aan de voet waarvan pelgrims hun kaarsje konden aansteken voor Difunta Correa. Ik haalde daar de kaars uit mijn rugzak, die ik van Marcelo had gekregen, de eigenaar van het pensionnetje in Tunuyán, waar ik een week eerder logeerde. Toen ik de man vertelde dat ik langs Vallecito ging, kwam hij meteen aanzetten met die kaars en met het verzoek om die daar aan te steken.

“Dat zal ik voor je doen,” beloofde ik, waarop hij antwoordde: “De kaars zal ook jou beschermen, vooral tijdens je reis.”

Ja, je weet maar nooit! In ieder geval stak ik hem aan en plaatste hem tussen de vele andere brandende en door de wind inmiddels uitgeblazen kaarsen en zei er bij: “Voor Marcelo.”

IMG-20190114-WA0014
De kaarsenplek aan de voet van de zwartgeblakerde rots.
IMG-20190114-WA0002
De kaarsenrots van Vallecito.

Merkwaardig is, dat Difunta Correa nooit is erkend door het Vaticaan en dus ook nooit is heilig verklaard, terwijl ze daar in Rome in het verleden toch best wel scheutig mee zijn geweest. Paus Franciscus is zelf een Argentijn en het lijkt me zo dat Correa nu wel een redelijke kans heeft binnenkort Santa Correa genoemd te worden.

Rond de kaarsenheuvel hadden vele pelgrims eigen gemaakte miniatuur-huisjes gebouwd, ook als gift aan Correa.

IMG-20190114-WA0009
Vele miniatuur-huisjes voor Difunta Correa rond de kaarsenheuvel.

Na uitgebreid rondgekeken te hebben bij dit ‘heiligdom’ van een niet heiligverklaarde maakte ik een wandeling in de omgeving. Achter de kaarsenheuvel vond ik een stortplaats van vele honderden, zo niet duizenden, van die zelfgemaakte huisjes. Die waren daar gedumpt, waarschijnlijk omdat de plek te vol raakte. Ja, als iedereen daar maar zijn huisje neer zet, loopt het op een gegeven moment spaak. Dan komt er ruimtegebrek en moet er opgeruimd worden. Ik keek naar die nu kapotte en uit elkaar hangende kunstwerkjes en dacht aan al die mensen die misschien wel wekenlang zo bloedig en vol heilige ijver aan hun huisje hadden zitten knutselen terwijl het nu, achteloos weggesmeten lag te verrotten in de woestijn. Hoe triest toch voor al die brave lieden die vol goede bedoelingen hun creaties aan de voet van de kaarsenheuvel hadden geplaatst, als offer aan Difunta Correa!

IMG-20190114-WA0015
Stortplaats van heilige huisjes
IMG-20190114-WA0005
Hoe lang zou de familie Mendez aan dit prachtige huisje hebben gewerkt?

Ik klom op een wat hogere heuvel, een eind verderop en keek uit over het geaccidenteerde woestijnlandschap om mij heen. Ja, als je je daar in 1840 zonder water waagde, toen er nog geen restaurantjes stonden en dan nog wel in de zomer bij 40 graden, kon het wel eens verkeerd met je aflopen. En dat overkwam Correa dus. Heel erg veel pech voor die arme Correa, maar heel veel geluk voor honderdduizenden pelgrims die daar jaarlijks naar toe trekken om haar te bedanken voor genezing, het winnen van één fraaie gouden beker, het behalen van een diploma of het goed lopen van de eigen bakkerszaak.

IMG-20190114-WA0007
Misschien had Carolina Leonor Oliveira wel nooit haar diploma Medicijnen aan de universiteit van Cordoba gehaald, als Correa niet verdorst was in de woestijn van San Juan.
IMG-20190114-WA0001
Het graf van Difunta Correa.
IMG-20190114-WA0011
Het droge hete woestijnlandschap dat ik vanaf een hoge heuvel om me heen zag

Na dit cultureel-semi-religieuze intermezzo vervolgde ik mijn reis door een lang droog stuk woestijn richting Cordoba, waarbij ik, anders dan Correa, flink wat flessen water mee sjouwde. Of het in die woestijn goed met mij zou gaan aflopen, leest u in het volgende bericht, hoewel u, uit het feit dat dit verhaal nu op mijn website verschijnt, eigenlijk al de conclusie kunt trekken dat ik die tocht heb overleefd. En dat misschien wel door die kaars van Marcelo, hoewel die 7 flessen water daar zeker aan mee werkten.

 

IMG-20190114-WA0016
Op de grens van de provincies San Juan en La Rioja. Zoutafzetting in de woestijn.