Jeu de Boules op z’n Argentijns.

Ik was met het vorige bericht tot Miramar gekomen, het toeristische plaatsje aan het grote maar ondiepe zoutmeer Laguna Mar Chiquita. Je kon daar met een excursie mee op een bootje om flamingo’s, 8 km verderop, te bekijken. Die zaten daar ergens langs de oever, of beter gezegd: stonden ergens langs de oever want flamingo’s staan meestal en dan bij voorkeur op één poot. Misschien is dat minder vermoeiend dan op twee poten, want dan kan die andere poot uitrusten.

Aangezien deze flamingo’s ergens aan de oever stonden, kon ik ook proberen daarheen te fietsen in plaats van in een wiebelend bootje plaats te nemen. En dus reed ik over aardige gravelpaden, eerst in westelijke en later in noordelijke richting, waarna ik na een kilometer of 12 weer bij het meer kwam. Daar stond een uitkijktorentje vanwaar je de flamingo’s moest kunnen zien. Ik klom er op en zag inderdaad duidelijk een hele groep flamingo’s aan de andere kant van de baai die daar aan het pootjebaden waren. Op de foto kwamen de vogels helaas minder duidelijk uit de verf.

IMG-20190223-WA0000
Genomen vanaf het uitkijktorentje, ca 12 km ten NW van Miramar. Voor wat betreft de flamingo’s is het helaas een zoekplaatje geworden. Een opgave voor de echte vogelliefhebber.

Dit moest beter en daarom reed ik langs de half opgedroogde oever om de baai heen, waarna ik de flamingo’s een stuk dichter benaderde, maar nog was het resultaat niet geweldig.

IMG-20190223-WA0001
Foto 2: Dode bomen op het zoute strand.
IMG-20190223-WA0002
Mijn Santos eenzaam op het zoutstrand.

Om een beter resultaat te bereiken schoot ik een paar foto’s met mijn camera waar een enorme zoomlens op zit. Er moet een maniertje zijn om die foto op mijn platte Chinees te krijgen, maar daarvoor ontbrak mij de kennis. Ik verzon echter een slimme truc en maakte met mijn platte Huawei een foto van het schermpje van mijn camera. Het resultaat was nog niet subliem maar toch ook niet onaardig, zoals foto 4 laat zien.

IMG-20190223-WA0003
Flamingo’s door twee lenzen in serie: die van mijn camera met zoom en die van mijn Huawei, waarmee ik hem het wereldwijde net in stuur opdat mijn volgers de vogels ook kunnen zien.

Vanaf Miramar reed ik een dag lang over leuke gravelpaden naar Freyre waarbij ik misschien 3 a 4 auto’s zag en geen enkele fiets. De temperatuur zat hoog in de dertig en met mijn compas en de aanwijzingen van één van de chauffeurs van die auto’s vond ik de juiste weg. Ik kwam zowaar langs een bar maar die bleek al lang geleden voorgoed gesloten te zijn, dus geen energie-shot uit een rood blikje met bruin-zwarte inhoud.

IMG-20190223-WA0004
 Net de Veluwe, maar dan 100 km lang en geen ijscokar in de buurt.
IMG-20190223-WA0005
Nog een impressie van de Argentijnse Veluwe.

Maar die verfrissing moest uit mijn bidon komen (38 graden en niet in Fahrenheit!) want deze ’tent’ had waarschijnlijk zijn laatste verfrissing een eeuw geleden geschonken.

IMG-20190223-WA0006
Ha! Een bar voor een verfrissing!

De laatste 16 naar Freyre waren penibel. Er kwam in razende vaart een dreigend donkere lucht opzetten en er stak een rukkende wind (tegen!) op, die enorme stofgordijnen meevoerde. Het zag er naar uit dat er binnen enkele minuten een huiveringwekkende bak water uit die donkere hemel ging vallen. Gelukkig kwam ik een kilometer verder langs een estancia, een boerderij waar koeien gehouden werden. Van de vriendelijke eigenaars, vader en zoon, mocht ik onder een afdak schuilen. De zoon vertelde dat hij in mei een toer door Europa zou gaan maken: Madrid, Parijs, Amsterdam en Rotterdam.

En de Veluwe dan? Nee, die niet, maar misschien op een volgende reis wel.

Merkwaardig was dat de dreigende lucht net zo snel oploste en weer plaats maakte voor de zon als hij was komen opzetten. De zon was terug maar de temperatuur was een stuk gedaald en de tegenwind bleef, zodat die laatste 15 km nog anderhalf uur namen.

IMG-20190223-WA0007
Schuilen bij een estancia.

Nogal afgepeigerd kwam ik in Freyre aan waar ik een verplichte rustdag hield omdat die bak water, met een uur of 12 vertraging, alsnog over de aarde uitgestort werd en wel de hele ochtend en een deel van de middag. Later brak het zonnetje toch nog even door. Toen ik een wandelingetje over de met gras begroeide plaza central  maakte zag ik dat daar een soort Jeu de Boules werd gespeeld, maar met kunststof ballen die iets groter zijn dan de Franse boules.

IMG-20190223-WA0008
 Jeu de Boules op z’n Argentijns.

 

IMG-20190223-WA0009
Juist na het loslaten van de bal.

In Rafaela streek ik rond het middaguur bij een restaurant neer voor een Pepsi. Toen ik die wilde betalen zei de serveerster dat ik mijn geld kon houden. Ik ging buiten aan een tafeltje in de zon zitten. Even later kwam de serveerster vragen of ik een sandwich met kaas en ham wilde en nog wat later kwam de eigenaar zelf bij mijn tafel. Hij had blijkbaar wat met reizigers en vertelde dat er een jaar geleden een Peruaan op een fiets was langsgekomen. Die had een sticker van hemzelf op de ruit van zijn Comedor (restaurant) geplakt. De man wees me die vol trots. Er was ook een klant met een oude auto geweest en ook die had een sticker op de ruit geplakt.

“Heeft u geen sticker?” vroeg de directeur.

“Helaas nee, “antwoordde ik, “maar ik heb wel een foto van me waarbij ik naast een grote termietenheuvel in Kenia zit. Als u die op de ruit plakt is het ook een soort sticker.”

Dat vond de man een geweldig idee. Hij liep zijn kantoor in en kwam een tel later terug met een fraaie zwarte pet met de naam van zijn restaurant er op: Comedor El Tato, el rey de la mamona.

“Voor u,” zei hij. Met behulp van mijn fantastische selfie-stick maakte ik een foto van ons beiden met mijn nieuwe aanwinst op mijn hoofd.

Later op weg naar Nuevo Torino realiseerde ik me dat ik vergeten was te vragen wat mamona betekent. Waar de man of het restaurant de koning van was bleef voor mij voorlopig een geheim, maar ik ben er van overtuigd dat er onder mijn volgers mensen zijn die dat wel weten. En mocht u het niet weten, dan is het vrij zeker te vinden in een woordenboek, tenzij het een heel speciaal gerecht is. In dat geval rest u, indien u het beslist wilt weten, niets anders dan een reis naar Rafaela in Argentinië. Ga naar El Tato en vertel de eigenaar dat u altijd trouw mijn blog volgt. Hij zal u dan ongetwijfeld een Mamona cadeau doen.

IMG-20190223-WA0010
De trotse eigenaar van El Tato en de trotse eigenaar van een nieuwe frisse  pet.

Ai!! Weer in spiegelbeeld. Die stick toch!

De Rio Paraná vormde een lastige barrière voor mij. Ik zat dicht bij Santa Fe, dus het lag voor de hand om daar de oversteek te maken, maar nadat daar een tunnel onder de Paraná door was gegraven was de ferry overbodig geworden en dus uit de vaart genomen. De tunnel was echter verboden gebied voor fietsers. Begrijpelijk want fietsen door een tunnel met duizenden langsrazende auto’s geeft je juist iets meer dan één procent kans om ongeschonden aan de andere kant te geraken. Onbegrijpelijk echter dat de fietser geen alternatief geboden wordt.

Ja toch: omrijden over Rosario, 176 km naar het zuiden. Vervelend is echter dat je dan over een stuk snelweg moet van 70 km. Geen zijstroken en wel vangrails waartegen je door het jakkerende blik vermalen kunt worden tot pap. Ook ongeveer 1% kans om daar met al je ledematen nog werkend vanaf te komen.

Een tweede alternatief: nog eens 220 km verder naar het zuiden afzakken, naar Zarate, waar een brug is, maar dan zit je al tegen Buenos Aires aan waar het krioelt van de auto’s, dus daar had ik geen zin in.

Een derde alternatief: 540 km naar het noorden rijden, want bij Resistencia is de volgende brug. Dat is bijna 1100 km extra. Leuk, maar ik heb afgesproken met de organisatie van de Fiets en Wandelbeurs dat ik daar 1, 2 en 3 maart lezingen ga houden over mijn fietsreis van afgelopen zomer. Dat haal ik via de brug bij Resistencia dus niet.

Ja, ja, die Parana is toch even wat anders dan de IJssel of zelfs de Rijn!

En dus kon ik kiezen uit twee kwaden: de Parana niet oversteken en dan Uruguay, waar ik nog nooit geweest ben, missen of mijn eigen wet breken en 30 km meerijden in een bus van Santa Fe naar Parana aan de overkant van de Parana.

Nood breekt wet en dus ging ik naar het busstation in Santa Fe, waar ik verwezen werd naar loket 40.

Bij loket 40: “Nee, meneer wij rijden naar Rosario. U moet bij loket 17 zijn.

Bij loket 17 :”Nee caballero, wij rijden naar Cordoba. U moet bij loket 36 zijn.”

Bij loket 36:”No señor, wij rijden naar San Francisco. U moet bij loket 40 zijn.”

“Maar daar ben ik juist geweest en…..”

“Loket 50 dan.”

Bij loket 50: ……….

Uiteindelijk geschiedde dan toch het godswonder en kon ik waarachtig het juiste kaartje voor de juiste bus naar Parana bemachtigen.

En zo kwam ik in de provincie Entre Rios terecht, wat ‘Tussen rivieren’ betekent. Verderop moest ik dus nóg een rivier over om in Uruguay te komen.

En daarover gaat mijn volgende bericht.