“Een foto voor de etalage van een herenmodezaak”

Bericht 3

Ik was in mijn vorige bericht blijven steken op de Col de Valouse. Vandaar kreeg ik een afdaling door een mooi rotsachtig gebied naar St. Ferreol Trente Pas. Iets daarvoor was de afslag naar Defilé de Trente Pas, een kloof die er nogal interessant uitzag. Dat lokte aan en het feit dat die weg, waar ik niet heen moest, afgesloten was lokte nog meer aan. Daarom fietste ik toch maar even die kloof in.

Blijkbaar hadden ze daar borden van ‘Route Barree’ en plastic afzettingen te veel, want ik kon er zonder problemen door en voor de enkele auto die van de andere kant kwam vormde het enige opstakel die vier plastic dingen.

Deze omweg bleek de moeite waard te zijn, want de kloof, hoewel misschien niet heel spectaculair, was erg mooi.

Defilé de Trente Pas
Nog een plaat van de kloof

Misschien hadden ze angst dat het pilaartje bovenin de kloof om zou vallen. Als die op de weg valt, blijkt het opeens een enorm groot pilaartje te zijn.

Mooi pilaartje bovenin de kloof

Het pilaartje viel (nog) niet en zo liep dit illegale avontuur goed af.

Vanaf de Col d’ Aulan daalde ik de volgende dag af langs het Chateau d’ Aulan en door weer een kloof naar het mooi op een heuvel gelegen dorpje Montbrun les Bains.

Chateau d’Aulan
Kloof voor Montbrun les Bains
Montbrun les Bains
Veel brem in de berm.

In de buurt van Frejus kwam ik langs een mooie rode rotspartij. Ik wilde daar een sublieme foto van maken met mijn fiets en mijzelf er bij. Dat viel niet mee aangezien ikzelf niet erg fotogeniek ben, maar wat ik tekort kwam, konden mijn fiets en de rotspartij hopelijk goed maken. Om een fantastische zelfopname te maken vond ik een prima plekje bij een andere rots, waarbij ik de camera met statief op een daarvoor uiterst geschikte tak van een knoestige boom kon plaatsen. Het vervelende was dat dat prima plekje een eind van de weg lag en ook nog een stuk hoger. Maar de echte fotograaf spaart kosten noch moeite noch tijd om de ideale plaat te schieten. In dit geval waren de kosten nul, maar loog de moeite er niet om, terwijl het allemaal een reuzetijd ging duren. Ik duwde de zwaarbeladen fiets omhoog over een steile rotshelling tot de plek waar het meesterschot gelost moest worden en zette mijn camera met statief op de tak die zo vriendelijk was geweest zodanig te groeien dat het statief er redelijk stabiel op geplaatst kon worden. Daarna drukte ik op de zelfontspanner, rende naar mijn fiets, klom op de rots en poseerde zo nonchalant mogelijk. Het resultaat was een foto die zo in de kortebroeken- afdeling van een gerenommeerde herenmodezaak geplaatst kan worden.

Mijn fiets, de prachtige rode rotswand en ik er ook nog bij

Wat minder mooi was, was dat op 2 december  1959 de Barrage de Malpasset, een stuwdam in de heuvels ten noorden van Frejus het begaf. Door de vloedgolf die daarvan het gevolg was kwamen 423 mensen om het leven. Nu is het een rustige plek, waar je je nauwelijks kunt voorstellen hoe het kolkende water toen als een zondvloed omlaag stortte, daarbij stukken beton zo groot als huizen honderden meters met zich meevoerend.

Ik fietste er heen en liep de laatste paar honderd meter over de nu kurkdroge rivierbedding.

De Barrage de Malpasset, althans wat er nog van over is.
Een blok beton, zo groot als een huis, bijna een kilometer verderop.
De gebroken stuwdam van boven gezien

Via Grasse, waar die ochtend dat ik er reed ongeveer alle auto’s van Frankrijk langs me heen leken te scheuren, fietste ik naar Saint Martin Vesubie in het Parc National du Mercantour (Alpen) waar ik een mooie wandeling ging maken, maar daarover hoop ik een volgende keer te berichten.

De weg naar St. Martin Vesubie.