Op weg naar het schilderachtige middeleeuwse stadje Castel l’Arquato.

Bericht 5

Ik was met mijn vorige bericht blijven steken op de Col de la Lombarde, de Frans- Italiaanse grens. Vandaar kreeg ik een mooie afdaling richting Cuneo, waarvan ik al een plaatje heb laten zien. Ik kwam die avond tot Chiusa die Pesio. (Een leuke puzzel om dat dorpje op te zoeken in de Grote Bosatlas!) Een kilometer of 2 daar buiten zette ik mijn tent op bij een boerderij.

De volgende ochtend wilde ik me in een cafeetje in het plaatsje verwennen met een ‘cafee con latte’ oftewel koffie met melk. Dat was eigenlijk meer om gebruik te kunnen maken van het toilet. Een echte verwenpartij werd het helaas niet: geen koffie met melk, zoals ik die zet , superslappe koffie met veel melk en een paar scheppen suiker, maar koffie op z’n Italiaans: een kopje dat één maatje groter was dan een eierdop. Daar zat 100% zwarte koffie in (misschien wel 200%) aangevuld met twee, hooguit drie druppels melk. Duur was het bakje niet, althans voor Europese begrippen: 1 euro. Omgerekend naar een normale kop, waarvan de diameter, zowel als de hoogte, tweemaal zo groot zijn, was het bakje natuurlijk schreeuwend duur namelijk 8 euro. Te drinken was het elixer nauwelijks, maar daar kwamen mij de minuscule afmetingen van het kopje te hulp. Vanaf dat moment dus geen Italiaanse koffie meer voor mij.

Een paar dagen later fietste ik langs de rivier de Trébbia in de richting van Piacenza. Voorbij Ponte Organasco klom de weg flink waardoor ik een eind boven de daar flink meanderende rivier uit kwam. Dat leverde mooie uitzichten op.

Foto 1: De kloof van de meanderende Fiume Trébbia.
Foto 2: Dorpje een eind boven de Fiume Trébbia

Ik had ondertussen een alternatief verzonnen voor de ‘cafee con latte’, namelijk ciocolatte calda, waarvan ik dacht dat ik dan een heerlijke bak  warme chocolademelk voorgeschoteld zou krijgen. Dat was de tweede miskleun. Ik kreeg een kop met gesmolten pure chocolade dat niet te drinken was, eigenlijk alleen maar uit te lepelen.    (En dat ook maar nauwelijks). Vanaf dat moment voor mij dus ook geen Italiaanse ciocolatte calda meer.

Op weg naar het schilderachtige middeleeuwse stadje Castel l’Arquato kwam ik langs een eveneens erg schilderachtig gebouw. (Als je er oog voor hebt!) Daar stond een prachtige kromme toren bij, een mooi alternatief voor de scheve toren van Pisa, die ik deze reis ga missen.

Foto 3: Een erg schilderachtig gebouw (voor de liefhebber van architectuur) met een kromme toren als alternatief voor de scheve toren van Pisa.
Foto 4: Castel l’Arquato
Foto 5: Nog eens een plaatje in Castel l’Arquato. Hier lijkt de linker toren net zo scheef te staan als die in Pisa terwijl de rechte ook geen loodrechte indruk maakt, maar dat is dankzij mijn fotoartistieke oog.

Een paar dagen later kwam ik door het plaatsje Vignola. Ik was die dag lekker opgeschoten en daarom wilde ik er nog een flinke schep kilometers bovenop doen, maar toen ik het plekje uit reed kwam ik langs alweer een mooi kasteel. En daarmee vervloog mijn hoop op een etappe van 100 km. Ruim anderhalf uur lang doolde ik in het gebouw rond, trap op, trap af, gang linksom, gang rechtsom, toren op, toren af, andere toren op etc. Van boven op de torens had ik mooie uitzichten in het rond. Opmerkelijk was dat de vensters in de torens afgezet waren met kippengaas terwijl er geen kippen te zien waren. Misschien diende dat gaas om te voorkomen dat zwaarmoedige lieden omlaag zouden springen.

Foto 6: Kasteel van Vignola.
Foto 7: Toren van het kasteel van Vignola gefotografeerd vanuit een andere toren. Kippengaas voor het venster om de foto meer diepte te geven.

Tot besluit van deze aflevering nog een plaatje van mijn tent, mijn fiets en mijzelf. De volgende keer halen we waarschijnlijk (hopelijk) Florence.

Foto 8: Een rustig plekje om te kamperen.