San Gimignano in zicht, beroemd om zijn rechthoekige middeleeuwse torens.

Bericht nr. 6.:Achterstand weer vergroot.

Sommige van mijn volgers zal het opgevallen zijn dat ik alweer een tijdje niets op mijn blog heb geplaatst. Met dat tijdje is mijn voorsprong op mijn schrijven, of beter gezegd mijn achterstand van mijn schrijven, ondanks al mijn goede voornemens, opgelopen tot 1825 km. Je zou dat kunnen wijten aan te snel fietsen of aan te langzaam schrijven. En dan zou ook extreme luiheid de oorzaak kunnen zijn.

 Geen van deze drie is echter de reden van die achterstand, hoewel dat laatste  niet zo’n heel slechte veronderstelling is, daar mij over het algemeen geen overdreven ijver verweten kan worden.

De werkelijke reden van die uit de hand gelopen schrijf-achterstand is de sterk verminderde wifi-dichtheid hier in het zuiden van Italië. Campings, waar nog wel eens iets te wiefieën is, heb ik, aangezien ik de kusten mijd als de ziekte, al in tijden niet meer gezien en als ik mijn tent opzet in de rimboe of onder de olijfbomen is daar natuurlijk geen wifi en dus geen mogelijkheid om berichten de wereld in te sturen.

Om met mijn verslag weer een beetje in de buurt te komen van waar ik nu zit, namelijk aan de voet van de Etna op Sicilië, wil ik mijn verhaal als een soort stripverhaal presenteren, dus weinig tekst en veel plaatjes, iets wat overigens goed aansluit bij de tijdgeest, want lezen is lastig en kost maar een hoop tijd. Schrijven helaas nog veel meer.

En met deze lange inleiding heb ik alweer gezondigd tegen dit nieuwe goede voornemen. Daarom niet gedraald. Daar komt de eerste foto:

Foto 1: Uitzicht over Florence.
Foto 2: Florence met spiegelbeeld in de Arno.
Foto 3: Smal straatje naar de grote Piazza. Ik was niet de enige toerist in Florence.
Foto 4: De Dom van Florence
Foto 5: Op weg naar San Gimignano, een plek die je, als je door Toscane komt, niet mag missen, kwam ik door het aardige middeleeuwse stadje Certaldo.
Foto 6: Daar was natuurlijk een kasteel, want wat is een oud Italiaans stadje zonder kasteel?
Hier uitzicht op het kasteel vanaf het dak van het Casa del Boccaccio, waar deze beroemde Renaissance-schrijver zijn Decammerone  schreef.

Hier uitzicht op het kasteel vanaf het dak van het Casa del Boccaccio, waar deze beroemde Renaissance-schrijver zijn Decammerone  schreef.

Foto 7: Dat Casa del Boccaccio is nu een museum waar onder andere een flinke bibliotheek van oeroude boeken is ondergebracht. Allemaal machtig interessant maar al die boeken waren afgeschermd met stevig gaas, zodat zelfs vraatzuchtige krokodillen er niet bij konden. Je kon nog maar nauwelijks zien dat er boeken stonden achter dat gaas.
Foto 8: In de middag kwam, na weer flink wat klimwerk, San Gimignano in zicht, beroemd om zijn rechthoekige middeleeuwse torens. Van hier had het iets weg van Manhattan, gelukkig een heel klein beetje maar.
Foto 9: San Gimignano.
Foto 10: Een aardig doorkijkje in San Gimignano.
Foto 11: Mijn San Tis in San Gimignano. Ik er bij.
Foto 12: Op de camping van Monteriggioni moest ik voor mijn Vaudé-tentje evenveel betalen als deze mensen voor hun verplaatsbare loods, waar je makkelijk twee auto’s in kon parkeren. Ik argumenteerde dat de lengte van deze kasteeltent  4x zo groot was als de lengte van mijn tent, de breedte 3x en de hoogte 2,5x, zodat mijn tent er 30 maal in paste. Dat overtuigde de dame van de receptie in zoverre dat ik een kleine korting kreeg.
Foto 13: Als je eenmaal van Nederland naar Toscane bent gefietst, sla je het fraaie Renaissance stadje Siena natuurlijk niet over. Hier een kiekje door een poort die toegang geeft tot  de Piazza de Campo met daarachter het Palazzo Publico de la Torre del Mangia.
Foto 14: Op dat plein hoorde ik plotseling mijn naam noemen: “Hé, ben jij Frank?” En dat was ik. De man die mij herkend had, waarschijnlijk van een van mijn boeken, was  Hans van Osch uit Drachten. Hij was samen met Thiemen Westrik, de 18 jarige zoon van een vriend, uit Nederland hierheen komen fietsen. Dat leidde natuurlijk tot een flink gesprek, waardoor mijn goede voornemen om die dag nog een eind voorbij Siena te komen, in rook opging.
Foto 15: Bij de kathedraal, een paar straten verder, trakteerden we onszelf op een knots van een ijsco.

Aangezien de tijd ondertussen fors doorgetikt had, zodat de dag al grotendeels voorbij was, besloot ik in Siena te blijven en plaatste daarom mijn tent op de camping, naast die van Hans en Thiemen.

Hans kookte die avond een drie sterrenmaal op zijn brander: macaroni met tomatensaus en een blik sardines er over. Voor mij mocht het een ster minder: zonder de sardines. Als ik zo’n blikje alleen al zie is mijn honger terstond over, dan hoeft het nog niet eens open. Maar met die ster minder was het een vorstelijk maal.

Foto 16: Hans en Thiemen op de camping van Siena. Beiden hadden zich de luxe veroorloofd om een opvouwbaar stoeltje van 800 gram mee te sjouwen op de fiets: “Och, één bidon water minder en je hebt het gewicht er weer uit.” aldus Hans. En ik maar knoeien met een paar fietstassen in mijn rug.
Foto 17: Een paar dagen later bezocht ik de waterval van Marmore, in 271 voor Christus aangelegd op last van de Romeinse consul Curio Dentato om de moeraslanden van de Rieti-vlakte droog te leggen. Dit door afwatering via een kanaal en deze waterval. Toen ik aankwam stond de waterval ‘uit’, maar om 3 uur in de middag werd de sluis omgezet en stortte de enorme hoeveelheid water 165 meter omlaag, daarbij een prachtige regenboog vormend.
Foto 18:  De Marmore waterval van beneden gezien. Het opspattende water zorgde niet alleen voor een mooie regenboog, maar ook voor natte kleren. Je moet er wat voor over hebben om een aardig plaatje te schieten.

Met dit ‘stripverhaal’ heb ik mijn schrijf-achterstand van 1825 km teruggebracht tot 1250 km. We zijn er nog niet maar we verliezen de moed ook niet.

Foto 19: Tot besluit van deze inhaalslag nog een plaatje om te laten zien dat de eenzame fietser, óók in Italië, beren op de weg kan aantreffen.