Typisch Afrikaanse rode stofweg, waar ik meteen ook fraaie baobabs te zien kreeg.

Bericht 22 november 2019.

Het is 22 november, 7 uur in de avond en ik heb 38 uur lang niet geslapen, aangezien ik dat in een vliegtuig niet kan en op een vliegveld al evenmin. Verder is het overdag inhalen van achterstallige slaap fout, want dan wordt je in het holst van de nacht wakker en daar raak je nog veel verder mee achterop. Verwacht dus niet te veel van dit verhaal.

Ik kwam om half twee in de nacht aan op het vliegveld van Dakar na een vlucht van 4 uur uit Lissabon. Beenruimte bijna voldoende voor een lilliputter. Daarvoor 3 uur in een zelfde vliegtuig van Amsterdam naar Lissabon, dus daarin zat ik ook krom en min of meer dubbelgevouwen een lilliputter te imiteren.

Om 3 uur had ik mijn bagage her gerangschikt en op de fiets geladen, waarna ik tot ’s morgens 7 uur het daglicht afwachtte.

Van het vliegveld, dat een km of veertig ten zuidoosten van Dakar ligt , reed ik in 5 km naar een laterietpiste, zo’n typisch Afrikaanse rode stofweg, waar ik meteen ook fraaie baobabs te zien kreeg.

Foto 1: Mooie baobab niet ver van het vliegveld.
Foto 2: De zelfde boom maar nu met mijn Santos en mijn schaduw er voor.
Foto 3: Nog eens mijn fiets , nu naast een omver gereden kilometer paaltje, 63 km van Dakar. Het stuk karton achterop de fiets is de doos waarin ik met enige tientallen meters plakband mijn fiets verpakt had voor de vlucht.

Die doos heb ik ondertussen bij de Auberge Chez Nicolas ondergebracht. Die ga ik op de terugweg weer ophalen voor de terugvlucht.

Foto 4: Jongetjes die me kwamen bekijken bij de omvergereden km- paal.

Dat waren zo maar een paar impressies van de eerste dag van een nieuwe reis.