Het paarden-mausoleum

Bericht 11 Mongolie 2021

In het vorige bericht waren we op een ‘goede’ weg met mooie potholes blijven steken.

Foto 1: Een goede weg voor de fiets vol met potholes.

Ik kwam bij een supermarkt, waar ik een flesje Fanta-achtige prik kocht. Aangezien het op dat moment niet druk was kwam de manager buiten op het stoepje zitten voor een praatje gebarentaal.

Foto 2: Supermarkt, onderweg

Interessanter dan de supermarkt was het paarden-mausoleum waar ik de volgende dag, toen ik over een eindeloze grasvlakte reed, langs kwam. Het lag een kilometer of 15 ten westen van het plaatsje Arvayheer en bestond uit een groot, rond marmeren plateau met een soort heiligdom in het midden en een flink standbeeld van een paard er naast. Daar omheen stond in een halve cirkel een boog ondersteund door pilaren en bovenin waren plaquettes aangebracht met namen en teksten er op, alles in het Cyrillisch. Die teksten kon ik weliswaar lezen, aangezien ik zo langzamerhand het grootste deel van het Cyrillische alfabet kende, maar ik wist natuurlijk niet wat het betekende, aangezien mijn kennis van het Mongools zich nog ongeveer (of eigenlijk precies) op het absolute nulpunt bevond. Waarschijnlijk stonden er de namen van heel belangrijke paarden op.

Foto 3: Paarden mausoleum.
Foto 4: Standbeeld van een ongetwijfeld erg belangrijk paard in het paarden-mausoleum.

Om dat mausoleum heen stonden in een vierkant 108 stoepa’s opgesteld, ook allemaal betrekking hebbend op paarden, zoals aan de afbeeldingen erop te zien was.

Foto 5: Enkele van de 108 stoepa’s die om het mausoleum heen stonden.

Verder lagen er binnen het grote vierkant van de stoepa’s twee rijen van in totaal 260 schedels van paarden. Dit was dus een grote paarden begraafplaats.

Foto 6: Een rij van paardenschedels. Links is nog een stukje te zien van het mausoleum en verder lagen er twee hopen stenen, de ons ondertussen al bekende Ovoo’s, maar dan hier dus Paardenovoo’s.

In MongoliĆ« is het paard een uiterst belangrijk dier. Dzjenghis Khan veroverde indertijd zo’n beetje de halve, toen bekende, wereld mede dankzij de snelle Mongoolse paarden. Voor nomaden zijn deze dieren natuurlijk onmisbaar. Begrijpelijk dus, dat je in dit land van nomaden herhaaldelijk iets tegenkomt dat betrekking heeft op paarden.

Daar in de buurt zag ik ook echte, levende paarden, zoals die natuurlijk op heel veel plaatsen in Mongoliƫ te zien zijn. Hier waren ze aan het pootjebaden in een flinke poel.

Foto 7: Paarden die aan het pootjebaden waren in een flinke poel.

Vanaf Arvayheer reed ik weer op een asfaltweg. Die voerde mij in noordoostelijke richting naar de Shartiyn Davaa, een pas waarvan de hoogte niet op mijn kaart stond. Dat het een pas was, werd me duidelijk want er moest, vooral op het laatste stuk, flink geklommen worden. Zoals op de meeste passen in MongoliĆ« hadden passerende reizigers er stenen op een hoop gelegd, waardoor het weer een flinke verzameling keien was geworden, een fraaie Ovoo dus. Een beetje serieuze reiziger neemt een steen van huis mee om hem op zo’n pas te plaatsen, stel ik me zo voor. Hoe groter de steen hoe beter. Ik had geen steen bij me en zocht er daarom maar een in de omgeving. De grote stenen van uit de wijde omgeving waren natuurlijk allang ‘opgezogen’ door de Ovoo. Het werd dus een bescheiden bijdrage van een bescheiden reiziger: een kiezelsteentje.

Foto 8: De Shartiyn Davaa met weer een mooie Ovoo er op. Het heel kleine kiezeltje van een halve centimeter dat u links onder ziet is mijn bijdrage tot dit monument.

Op de afdaling van de pas zag ik in de verte recht voor me een lang gerekte strook van zandduinen, de Mongol Els. Dicht bij de zandduinen zette ik die avond mijn tent op.

Foto 9: Plaatje, de volgende ochtend, van mijn kampement dicht bij de zandduinen van Mongol Els. Ik had de camera aan de tak van een boompje bevestigd om wat meer diepte in de foto te krijgen. Daardoor is op de achtergrond een rotsgebergte te zien waar ik naar op weg was.

Voorbij de Mongol Els sloeg ik af op een zandweg die naar de rotsbergen voerde. Daar was ik ruim een maand eerder op de heenweg ook al geweest. Ik vond dat toen zo’n mooi gebied dat ik er nu, op de terugweg naar Ulaan Bataar, weer langs ging.

Foto 10: Zandweg naar de rotsachtige bergketen waar ik op de heenweg ook geweest was.

Aan de voet van die rotsheuvel vond ik een ger-kamp, waar ik een houten ger kon huren. Het gebouwtje zag er netjes uit maar erg degelijk was hij niet. Je moest er niet te zwaar tegenaan leunen en het slot van de deur was meer symbolisch dan dat het lieden met slechte bedoelingen tegen hield. Gelukkig waren hier geen slechte lieden.

Foto 11: Houten ger, waarin ik de nacht doorbracht.

De volgende dag maakte ik, net als ik op de heenweg had gedaan, een lange wandeling over de rotsketen. Het was weer een flinke klauterpartij naar de top. Net onder de top kwam er een grote vogel op me af gesuisd.

Foto 12: Een grote vogel kwam in duikvlucht op me af, maar vloog over zonder me aan te vallen. Het was een lammergier en voor gieren hoef je, omdat het aaseters zijn, niet bang te zijn, behalve natuurlijk als je dood bent.
Foto 13: Op de kruin van de rotsberg. Rechts op de foto, ver weg en in de diepte de zandduinen van Mongol Els. (Die lichte strook).
Foto 14: Toen ik op de kruin van de rotsberg stond, kwam de lammergier weer kijken of er bij mij iets te halen was, maar helaas voor hem was ik nog steeds in leven. Door bliksemsnel te reageren kon ik hem, toen hij in volle vlucht over me heen scheerde, op de foto krijgen. Voor de lammergier geen prijs, voor mij wel.

Tijdens zulke wandelingen betreur ik het vaak, dat ik geen geologie heb gestudeerd in plaats van elektrotechniek. Een stofzuigermotor is natuurlijk een geweldig interessant apparaat, maar als je zo dwaalt tussen al die merkwaardige en grillige rotsformaties, vraag je je steeds af hoe die gevormd zijn en wanneer. Dan vervaagt het belang van een luswikkeling of een golfwikkeling van de rotor van een stofzuigermotor en zal het je een zorg zijn of de ankerreactie linksom of rechtsom is. Dan vraag je je eerder af of hier in het verre verleden vulkanische activiteit is geweest en waar al die stenenzooi vandaan komt. En ook waar de aarde vandaan komt en of die Big Bang nu echt heeft plaatsgevonden of dat het alleen maar een mooi sf-verhaal is.

Foto 15: Ik kwam daar boven weer langs een bizarre rotsformatie. Het leek wel mislukte taai taai die door de bakker achteloos op een hoop was gegooid, maar als je er lang naar kijkt kun je op bijzondere gedachten komen. Het leek me, dat als hier een architect zijn kleedje uitrolde en ging zitten picknicken, hij na een tijdje visioenen zou krijgen van een gigantisch kantorencomplex, een moderne kathedraal of een een alternatieve reuzenbibliotheek. Het moest dan wel groot worden, leek mij. Niet een prutsdingetje van de Rabobank of zoiets.

De volgende keer zal ik nog een paar inspirerende rotsformaties laten zien, voordat we terug rijden naar Ulaan Bataar. Tot dan.