Frank van Rijn (21-4-1948) is de meest beroemde fietser van Nederland. Al tientallen jaren onderneemt Frank de meest exotische fietstochten naar alle uithoeken van de wereld, bij voorkeur over ongebaande wegen en geheel en al self supporting. Inmiddels heeft hij in 40 jaar al meer dan 500.000 km op de teller staan en is al meerdere keren de wereld rond geweest. Met een scherp oog voor details heeft hij in de afgelopen jaren een aantal van zijn reizen opgetekend in veertien boeken.
Ik pak de draad weer op waar ik de vorige keer gebleven ben, namelijk bij het feest van San Sebastian in Diriamba.
Foto 1: Nog even een fotootje van de gemaskerde dansen bij de kathedraal van San Sebastian in Diriamba.
Van Diriamba fietste ik in een aantal dagen naar Leon, waarbij ik langs de Nicaraguaanse Cote d’Azur kwam.
Foto 2: Afslag naar de Blauwe Kust. Die kust liet ik links liggen en Managua verderop rechts.
En zo kwam ik in Leon.
Foto 3: De kathedraal van Leon.
Foto 4: Mooier dan de kathedraal vond ik de Iglesia de la Recoleccion, vooral in het avondlicht.
Foto 5: En ook Iglesia del Calvario was een bezoek en een aantal foto’s waard, waarvan hier één.
Foto 6: Een fraaie muurschildering die een stuk geschiedenis van Nicaragua weergeeft. Ook heel prominent is hierop de zeer vereerde dichter Ruben Darío afgebeeld. Alleen jammer dat de plaatselijke basketbalvereniging er een groot basketdoel pal voor heeft gezet. We zien hier alleen de kin en het jasje van de grote dichter.
Foto 7: Van onder een andere hoek krijgen we hem beter in het vizier.
Van mijn webmaster, die altijd mijn verhaaltjes en foto’s netjes op mijn website zet, hoorde ik dat op de filmpjes die ik in beide voorgaande berichten heb opgenomen nogal positief gereageerd werd door sommige lezers. Dat eerste filmpje van die mieren was eigenlijk een vergissing. Ik drukte op een verkeerd plekje op mijn telefoon en zag plotseling de mieren over mijn schermpje lopen. En dus stuurde ik dat filmpje ook maar op naar mijn webmaster. En zo worden de grootste ontdekkingen gedaan: gewoon door puur toeval.
Gezien het overweldigende succes van de met bladeren slepende mieren nu nog maar een filmpje.
Foto (filmpje) 9: Een jongetje voor de kathedraal van Leon dat de vele duiven die op gestrooide broodkruimeltjes zijn afgekomen, probeert te verjagen. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij nooit de film ‘The Birds’ van Hitchcock gezien.
Er moest ook weer eens gewerkt worden aan het culturele peil van deze reis en een bezoek aan het Centro de Arte, de kunstgalerij van Leon, leek mij in dat verband een goede besteding van de middag. Het Centro bestaat uit twee delen, beide ondergebracht in mooie oude koloniale gebouwen in de Avenida 3 Poniente. Aan de westkant van deze straat is de moderne kunst te bewonderen, althans als je daarvan houdt. Ik bewonder die kunst doorgaans minder dan dat ik me er over verwonder.
Foto 10: Een van de zalen met moderne kunst.
Foto 11: Toch nog wat aardigs gevonden bij die modernen. Een musicerende dame die in de spiegel kijkt. Haar spiegelbeeld heeft blijkbaar geen zin meer in dat getokkel, heeft de mandoline bij de katten gezet en heeft tegen haar origineel gezegd: ” Doe het zelf maar.”
Of begrijp ik er weer eens niets van?
Aan de overkant van de straat bevond zich de oude kunst: 15e tot 19e eeuwse schilderkunst. Daar hing voor mij meer te bewonderen.
Foto 12: Uit de school van Pieter Paul Rubens: De hemelvaart van Maria.
Foto 13: En deze is van een leerling van Rembrandt met als titel: ‘Schilderij van een man.’ Volgens mij is die man Rembrandt zelf.
Foto 14: En dan nog een echte Bol. Ferdinand om precies te zijn, ook een leerling van Rembrandt.
Foto 15: ’s Avonds waren er folkloristische dansen op de plaza bij de kathedraal.
Foto 16: In de pauze een klucht.Foto 17: (Weer een filmpje!!). Tijdens de klucht hadden de danseressen een ander pakje aangetrokken.
Foto 18: Maar dit, twee dagen later bij een rancho, enkele kilometers voor het stadje Sebaco, was geen klucht, maar harde realiteit. Het lijkt zo’n prachtig plekje, hoewel je soortgelijke plaatjes ook wel in de Achterhoek of op de Veluwe kunt schieten. Het wás ook wel een prachtig plekje, maar dat vonden de honderd miljard muggen die daar rond dansten ook, vooral toen ik er mijn tent opzette. Ik maak hier nog een redelijk ontspannen indruk terwijl ik poseer, maar met al die zoemstekers om me heen hield ik dat juist lang genoeg vol om deze foto van mij te laten maken.
Foto 19: Samen op de foto met twee werklieden van de rancho die nauwelijks meer onder de indruk zijn van al die opdringerige beestjes. Het plezierige van deze muggen was, voor zover muggen kunnen bijdragen aan plezier, dat het geen malariadragers waren. Anders zou je beter zo snel mogelijk op de loop kunnen gaan.
In Sebaco zag ik zo maar plotseling een bord voor een kantoortje staan met ‘Toerist informatie’. Precies wat ik nodig had want na de muggennacht bij de ranch leek het me een goed idee om de volgende nacht wat comfortabeler door te brengen. Wellicht konden ze me hier een eenvoudig maar muggenloos hotelletje aanbevelen. Het kantoortje was nog open ook en er zat een dame achter een bureautje.
“Goeden dag,” zei ik, “Is hier ergens een aardig eenvoudig hotelletje?”
“Een wat???”
“Een hotelletje,” herhaalde ik.
De dame zat me aan te kijken alsof ik naar de plaatselijke tropische ijsbaan had gevraagd.
“U weet wel, zo’n gebouwtje waar ze kamers voor de nacht verhuren,” verduidelijkte ik.
“Geen idee,” antwoordde ze.
“Op een toerist-informatie bureau moet men zoiets toch weten?”
“Een toerist-informatie bureau??” herhaalde ze verwonderd.
“Ja, dit is toch een toerist-informatie bureau!”
“Helemaal niet!”
“Er staat pal voor de deur een levensgroot bord met toerist-informatie, nog wel in twee talen.”
“O dat? Ja, dat was vroeger.”
“Moet dat dan niet eens worden weggehaald?
“Hoezo? Het staat toch niemand in de weg?”
Foto 20: Toerist-informatie!! Maar uit de tijd van Columbus of misschien iets later.
Dat er in Nicaragua wel degelijk rekening wordt gehouden met fietsers, iets waaraan je, rijdend op veel wegen, wel eens gaat twijfelen, zag ik op het traject van Sebaco naar Matagalpa. Daar hadden ze over enkele kilometers een keurig betonnen fietspad langs de weg aangelegd.
Foto 21: Een mooi betonnen fietspad langs de weg van Sebaco naar Matagalpa. Slechts één schoonheidsfoutje: bij een brug over een beek ontbreekt het fietsbruggetje. Ook geen bordje of hekje, dus de argeloze fietser tuimelt daar bij nacht 10 meter naar beneden in de beek. Maar aan de overkant loopt het fraaie fietspad wel weer gewoon door.
Foto 22: Nog even een kijkje recht over de rand. T’is misschien maar zes meter diep. Logisch dat de wegwerkers niet zo gehaasd zijn met het plaatsen van waarschuwingsbordjes, hekjes en vlaggetjes.
Foto 23: Vanuit Matagalpa maakte ik een mooie dagrit door de bergen in de richting van Jinotega.
Foto 24: Als toegift nog een plaatje van deze dagexcursie waarop ik van 640 meter hoogte klom naar 1420 m.