FRANKS PRENTENBOEK

Bericht 7

Mijn bericht heeft weer een tijd op zich laten wachten, zoals bij mij helaas wel vaker het geval is. Te lang volgens menig volger en ook volgens mij. De oorzaak daarvan is dat ik het de laatste tijd erg druk heb gehad, maar als u me nu zou vragen: “Waarmee dan?” zou ik antwoorden: “Dat is een goede vraag.” Zo’n antwoord geeft de gevraagde even tijd om met iets zinnigers te komen. Na vervolgens lang en diep nadenken zou ik dan waarschijnlijk antwoorden: “Met allerlei zaken.” En daar zit een kern van waarheid in, want ik ben ,onder andere, écht met allerlei zaken bezig geweest. Ja, ‘onder andere’ zelfs! Kun je nagaan! Dat ‘andere’ kwam er ook nog bij. Het zal nu wel duidelijk zijn, dat ik het inderdaad razend druk heb gehad en als gevolg daarvan ben ik er de laatste tijd dus nauwelijks toe gekomen om aan dit bericht te werken. En als ik er dan toch eens mee aan de slag ging, wilde het verhaal niet vlotten wat de vertraging alleen maar erger maakte. Het werd daarom een echt apekoolverhaal, dat echter toch nog vijf kantjes (!) telde, in de trant van: ‘En toen… en toen…. en hier was het mooi…. en daar was het nog mooier…en…’ Op dergelijke onzin zit natuurlijk geen mens te wachten. Daarom heb ik het geheel geërgerd in de prullenbak gesmeten, verfrommeld en wel. Weg met die rommel!

En nu zit ik met de gebakken peren, want ik heb dus nog steeds niets, afgezien van bovenstaande regels, die je eigenlijk ook onzin en rommel zou kunnen noemen. Om na deze rigoureuze opruiming niet te ver achter te raken, laat ik deze keer vrijwel alleen maar foto’s zien, uiteraard wel met onderschriften, zodat u weet waar die genomen zijn. Dan kunt u met behulp van Google maps mijn route enigszins volgen en hem eventueel komende zomer nafietsen. Maar als u daar geen zin in heeft kunt u ook alleen de plaatjes bekijken. ‘Franks Prentenboek’ zou je deze aflevering kunnen noemen en zo heb ik hem ook genoemd, zoals u bovenaan dit bericht kunt lezen.

We openen nu het prentenboek en zien de mooie antieke paddenstoel-wegwijzer in Aujols tot waar ik in mijn vorige bericht ben gekomen.

Foto 1: Antieke Franse wegwijzer, 5 km van Cremps.
Foto 2:Via rustige kleine weggetjes en een aantal mooie plaatsjes reed ik naar Carcassonne.  Saint Antonin Noble Val, hier afgebeeld, is een van die aardige plaatsjes.
Foto 3: Nog eens Saint Antonin Noble Val.
Foto 4: Een steil straatje in Najac, nog zo’n mooi plekje. Op de achtergrond het chateau van Najac.
Foto 5: Ikzelf hogerop in datzelfde straatje.
Foto 6: Het oude postkantoor van Najac. In 1840 was het nog gloednieuw. Het wekt de indruk dat er na dat jaar nooit meer een likje verf overheen is gegaan. Toch heeft het wel iets authentieks, maar je moet er van houden. Ikzelf vind dat de aardigheid er af zou zijn als je zo iets gaafs gaat schilderen. Zo’n monument dient beschermd te worden tegen destructieve ‘opknappers’ en ‘renovators’.
Foto 7: Albi, de rode stad aan de Tarn. Ook een bezienswaardige plaats, zoals uit de volgende plaatjes blijkt.
Foto 8: De kathedraal van Albi.
Foto 9: Het museum van Henri de Toulouse-Lautrec, naast de kathedraal. Henri mag dan een groot schilder geweest zijn, maar groot was hij niet. Hij mat slechts 1,37 meter.
Foto 10: De ruïne van het chateau van Bouilhonnac, een kilometer of 10 ten oosten van Carcassonne. In de kelder van deze ruïne bracht ik de nacht door. Dat klinkt alsof ik in de ijzers geslagen en achter dikke tralies gegooid was, een beetje zoals de man met het ijzeren masker destijds. Niets is echter minder waar. De eigenaar van de ruïne, die ik in het dorp ontmoette, was erg gastvrij en bood mij deze bijzondere overnachtingsplek aan. Dat was weer eens wat anders dan een vijfsterrenhotel.
Foto 11: Over dit fietspad kwam ik de volgende dag Carcassonne binnen rijden.
Foto 12: Hier poseer ik voor een van de toegangspoorten van de Cité van Carcassonne. (Het middeleeuwse Carcassonne).
Foto 13: Ik viel met mijn neus in de boter, want juist die middag werd er tussen de eerste en de tweede ringmuur van de Cité een middeleeuws steekspel opgevoerd. Overigens hoorde ik later dat je hier ’s zomers elke dag met je neus in de boter kunt vallen. Dan wel 12 euro neertellen voor die boterneus!
Foto 14: Nog een impressie van het middeleeuwse drama. Er werd driftig op paarden heen en weer gerend, waarbij lansen op schilden kletterden en aan stukken braken en menig ridder in het zand beet. Maar het bleef leuk, want als er bij zo’n spectakel te veel bloed vloeit, verliezen de meeste toeschouwers er snel de aardigheid in. Als organisator moet je met zulke details rekening houden.
Foto 15: Daar kwam zowaar een ‘stoomtrein’ op batterijen om de hoek aangereden. Die hoorde overigens niet bij het middeleeuwse steekspel, hoewel het wel een origineel idee zou zijn om ridders tegen electro-stoomtreinen te laten vechten. ‘De middeleeuwen in een nieuw jasje’ heet dat in het huidige jargon. Met deze geëlektrificeerde ‘boemel’ konden toeristen een sightseeing tour om en door de Cité maken.

Na mijn rustdag in Carcassonne werd het tijd om mijn tocht te vervolgen, want Nice, mijn einddoel, was nog ver en ik moest daar op tijd aankomen om mijn vliegtuig terug te halen.

Foto 16: De volgende ochtend voor de stadsmuur van Carcassonne, klaar voor vertrek.
Foto 17: Een afscheidsblik op de Cité.
Foto 18: Mijn fiets boven op een middeleeuwse brug bij Rieux en Val.
Foto 19: En hier alweer een middeleeuwse brug. Deze bevindt zich in het fraaie plaatsje Lagrasse.
Foto 20: Blik vanaf de middeleeuwse brug op het pittoreske Lagrasse.
Foto 21: De Abdij van Lagrasse.
Foto 22: Als toegift van dit prentenboek een gaaf afgebrokkelde toren in Lagrasse.
Foto 23: En nog een toegift van dit prentenboek: een blik vanaf de camping op Lagrasse. Hier begon ik aan de laatste fase van mijn zomerreis.

Nice komt in zicht, figuurlijk gezien natuurlijk. Volgende keer hoop ik daar met mijn verhaal aan te komen. Daarna moet er weer gedacht worden over een nieuwe reis voor komende winter. Ik zit te twijfelen tussen IJsland en Costa Rica, maar aangezien het weer op IJsland mij, zelfs in de zomer, niet erg aanstaat, zou het mij niets verbazen als de keuze op die rijke kust, daar in Centraal Amerika, valt. We zullen zien.

Maar volgende keer eerst nog het besluit van deze zomerreis door Frankrijk.